Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het onderzoek afgerond naar de noodstroomvoorzieningen op mobiele sites. Aanleiding voor het onderzoek was dat 1-1-2 slecht bereikbaar was tijdens de stroomstoringen in Diemen in 2015 en vooral die in Amsterdam op 17 januari 2017. De verplichtingen voor mobiele operators worden niet aangescherpt.
Bij de storing in Amsterdam viel op 360.000 adressen de stroom uit. De meldkamer van 1-1-2 raakte overbelast, doordat het aantal telefonische oproepen drie keer groter was dan op een normale dag. De overheid heeft dit falen in de keten al in 2017 uitgezocht en maatregelen genomen.
Onderzoek naar rol mobiele netwerken
Eerder dit jaar heeft EZK aan de Tweede Kamer toegezegd om ook nog te kijken naar de rol van de mobiele operators bij calamiteiten. Het Agentschap Telecom heeft geconstateerd dat de vaste telefoonlijn – tegenwoordig bijna altijd VoIP via een internetmodem – uitvalt bij stroomonderbrekingen. Mobiele telefoons hebben echter een accu, mobiele sites ook. Mobiele telefoons kunnen vaak ook verbinding maken met een mast die wat verder uit de buurt staat, of in het geval van 1-1-2 met een mast van een andere operator.
Bij zeldzame, omvangrijke en langdurige stroomstoringen, zoals in Diemen in 2015, is gebleken dat er dermate veel masten uitvallen dat 1-1-2 via mobiel niet meer bereikbaar is. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarbij de stroomuitval zo omvangrijk is dat naastgelegen basisstations de 1-1-2-oproep niet kunnen overnemen omdat deze ook spanningsloos zijn.
Investeringen te hoog
Om 1-1-2 langer dan twee uur bereikbaar te houden, zouden daarom aanpassingen nodig zijn bij de mobiele operators. Onderzoeksbureau SEO heeft samen met de mobiele operators in kaart gebracht welke maatregelen er mogelijk zijn en wat die zouden kosten. Volgens deze kostenbatenanalyse zijn er forse investeringen nodig om de aankiesbaarheid van 1-1-2 langer dan twee uur te waarborgen bij grote stroomonderbrekingen.
De meeste sites hebben al een accu die ontworpen is om de site twee uur in de lucht te houden. Om die tijd te verlengen naar 4 uur, is volgens SEO een investering nodig van EUR 163 miljoen eenmalig en nog EUR 3 miljoen per jaar. De maatschappelijke baten van een beter bereikbaar alarmnummer zijn lager: tussen de EUR 2,2 en EUR 3,6 miljoen per jaar. Het break-even punt van de investeringen wordt niet eerder bereikt dan in het jaar 2100, merkt SEO op.
SEO rekent voor dat de benodigde investeringen niet opwegen tegen de baten die dit oplevert voor de samenleving, mede gezien het zeer sporadisch voorkomen van dit soort omvangrijke stroomstoringen.
In de Telecommunicatiewet is al vastgelegd dat 1-1-2 bereikbaar moet blijven. De overheid wil dat mobiele sites minimaal twee uur blijven draaien na een stroomonderbreking. Dit als verduidelijking van de bepalingen in artikel 7.7 lid 3 en hoofdstuk 11a van de Telecomwet die voorschrijven dat noodzakelijke voorzieningen moeten worden getroffen om te zorgen dat ononderbroken toegang tot alarmnummers gewaarborgd is. Het Agentschap Telecom houdt hierop toezicht.
Probleem met diefstal van accu’s
EZK meldt verder dat operators een groeiend probleem hebben dat de UPS-voorzieningen worden gestolen uit mobiele sites. SEO heeft een inventarisatie gemaakt van de kosten aan de kant van de operators. Telecomoperators schatten dat jaarlijks vijf procent van het totaal aantal geïnstalleerde accu’s wordt gestolen. Op dit moment worden gestolen accu’s vaak pas vervangen wanneer er een reguliere onderhoudsbeurt gepland staat.
Gestolen accu’s meteen vervangen is 6 tot 8 ton per jaar duurder en kan er ook toe leiden dat dieven eerder terugkomen om de nieuwe accu’s te stelen. De kosten zouden dus ook hoger kunnen uitvallen, aangezien de diefstallen onbestraft blijven; de politie maakt er geen werk van.
EZK zal onderzoeken hoe groot het probleem is van gestolen accu’s en bezien met het ministerie van Justitie en Veiligheid of de bestaande diefstal van de accu’s op de telecomsites kan worden teruggedrongen.
bron: telecompaper.com