Gemeenten vinden het plaatsingsbeleid van 5G-masten te dwingend: ‘Wij moeten de regie terugpakken’
Supersnel internet door 5G, gemeenten in Nederland zien kansen en willen het graag. Maar wel willen ze in de uitvoering graag zelf de regie hebben. Ze zijn bang met de kosten te worden opgezadeld en vrezen een verstoring van het straatbeeld.
Het is inmiddels een rijdende trein, de invoering van het 5G-netwerk. Binnenkort worden de eerste frequenties geveild. Het is voor gemeenten lastig om zelf nog keuzes te maken, ziet Franc Weerwind. Hij spreekt namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en is burgemeester van de stad Almere. “Wij moeten de regie terugpakken. Het hele antennebeleid stelt overheden verplicht om mee te werken. Het gaat er nu om goede afspraken te maken.”
Praktische vragen
Gemeenten op zowel het platteland als in de grote steden zijn bezorgd over de invoering van het 5G-netwerk. Ze vinden dat ze niet genoeg worden gesteund door het Rijk. Niet alleen komen er veel vragen op hen af van inwoners over hun gezondheid, ‘zijn die nieuwe masten die erbij moeten niet schadelijk en kankerverwekkend?’, ook zitten gemeenten met allerlei praktische vragen.
Behouden ze bijvoorbeeld wel de invloed op de inrichting van hun eigen omgeving met de nieuwe masten? En wat moet het kosten om die masten op stadsmeubilair zoals lantaarnpalen of bushokjes te hijsen? Regie en zeggenschap houden over hoe en waar de vele antennes geplaatst moeten worden, is daarom erg belangrijk. “Hoe krijg je een gemeente geïnformeerd over antennebeleid en kun je mensen geruststellen over hun gezondheid?”, vraagt burgemeester Weerwind zich af. “Juridisch formeel hebben de techneuten het in de gemeente voor het zeggen.”
Hebben we wel invloed?
“We hebben verschillende uitdagingen wat betreft de aanleg van een 5G netwerk”, ziet ook Ger Baron. Hij is innovatiedirecteur bij de Gemeente Amsterdam. “Met steeds meer inwoners in onze gemeente is er een groeiende behoefte aan communicatie en antennes.”
Volgens Baron beginnen de problemen pas goed na de tweede veiling, wanneer de 3,5GHz frequentie wordt geveild. “Voor de frequenties van de eerste veiling zijn maar 10 procent nieuwe masten nodig voor het hele land.” Pas bij de tweede veiling, als de hogere frequenties aan bod komen, moeten er veel masten bij worden geplaatst. “Vanaf 2022 moeten er duizenden small cells bij. Dat zijn kleine masten die dicht op elkaar moeten staan.”
info
Aan het begin van deze zomer worden de eerste, lagere 5G-frequenties geveild, over ongeveer twee jaar komen de hogere frequenties aan de beurt. Voor de lagere frequenties zijn slechts een beperkt aantal nieuwe masten nodig. De hogere frequenties hebben een kleiner bereik, dus daarvoor zijn vele duizenden nieuwe, kleine masten nodig, de zogenaamde small cells.
Volgens de nieuwe Telecomwet moeten overheden kleine antennes op openbare gebouwen en straatmeubilair toestaan en mogen ze daar alleen bezwaar tegen maken als ze een goede reden hebben. Gemeenten zijn momenteel met staatssecretaris Mona Keijzer in gesprek over de mate van regie op de inrichting van 5G-apparatuur.
Lantaarnpalen, gebouwen en bruggen
Het dilemma waarin gemeenten verkeren is dat ze enerzijds graag in de behoefte willen voorzien en duidelijk de voordelen zien, maar anderzijds tegen de nodige vragen aanlopen. Waar plaats je bijvoorbeeld die zogenaamde small cell-antennes ‘zonder het stadsgezicht te verpesten en hebben we daar nog wel invloed op?’ Het is een van de vele vragen die bij Baron leeft.
“We kunnen die small cells op bestaand stadsmeubilair zetten”, zegt Baron. “Dat zijn lantaarnpalen, gebouwen, bruggen en trams. De vraag is of dit zomaar kan. Je gaat iets op een lantaarn zetten die er niet voor gebouwd is. Wat als de stroom eraf gaat? Bij ons in Amsterdam gaat de paal overdag uit, het netwerk dus ook? Wat als zo’n paal kapot gaat? Wie betaalt dat? Als we zendmasten op overheidsdaken zetten, wie krijg dan de sleutels voor het gebouw voor onderhoud? Je moet er wel 24 uur per dag bij kunnen.”
Bron: eenvandaag.avrotros.nl