Tag archief: antenne-opstelplaatsen

Beëindiging van de huur voor een antenne-opstelplaats?

Beëindiging van de huur voor een antenne-opstelplaats: vergeet niet de ontruiming aan te zeggen!

Op veel daken van appartementencomplexen tref je ze aan maar ook op diverse kantoorgebouwen, antennes van telecomproviders. Doorgaans heeft de betrokken telecomprovider met de VvE, dan wel de eigenaar van het gebouw, een huurcontract gesloten voor het mogen plaatsen van de antenne-installatie op het dak, of in aan het gebouw.

In het huurrecht wordt de ruimte die wordt verhuurd voor het plaatsen van een dergelijke antenne-installatie aangemerkt als overig gebouwd onroerend goed in de zin van artikel 7:230a BW. Voor VvE’s en ander soort eigenaren is het van belang zich hiervan bewust te zijn en dan met name als de VvE/ eigenaar de huurovereenkomst van een opstelplaats voor een antenne-installatie wil beëindigen. Een dergelijke huurovereenkomst kan door opzegging eenvoudig worden beëindigd. De huurder heeft namelijk geen recht op huurbescherming. Wel komt de huurder van een antenne-opstelplaats in aanmerking voor ontruimingsbescherming. En hierin schuilt voor de VvE/ eigenaar een gevaar!

Bij de verhuur van antenne-opstelplaatsen is het belangrijk dat de VvE/ eigenaar zich bewust is van de ontruimingsbescherming die de huurder toekomt als de VvE/ eigenaar de huurovereenkomst met de telecomprovider wil opzeggen. Deze ontruimingsbescherming speelt overigens geen rol als (1) de huurder zelf de huurovereenkomst heeft opgezegd, (2) de huurder uitdrukkelijk in de huurbeëindiging heeft bewilligd of (3) de huurder veroordeeld is tot ontruiming omdat hij tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst (zie 7:230a lid 2 BW).

Waarom moet de VvE/ eigenaar goed opletten als de huurovereenkomst wordt opgezegd?
Naast het opzeggen van de huurovereenkomst tegen een bepaalde datum, is namelijk ook vereist dat de ontruiming schriftelijk en ondubbelzinnig aan de huurder wordt aangezegd. In de praktijk komt het regelmatig voor dat wordt vergeten om de ontruiming aan te zeggen. Dit leidt tot problemen als de huurder niet van plan is om te vertrekken. De huurder is namelijk niet verplicht om het gehuurde onmiddellijk bij het einde van de huurovereenkomst te ontruimen. Vanaf de datum waartegen de ontruiming is aangezegd, begint namelijk een in de wet vastgestelde termijn van twee maanden voor de ontruimingsbescherming van de huurder te lopen. In deze twee maanden kan de huurder het gehuurde nog blijven gebruiken en is huurder niet verplicht om tot ontruiming over te gaan. Als de huurder het gehuurde nog langer wil gebruiken, moet binnen voornoemde termijn van twee maanden een verzoek tot verlenging van die ontruimingsbescherming door de huurder worden ingediend bij de kantonrechter. Zolang de verhuurder de ontruiming niet of onvoldoende duidelijk heeft aangezegd, is de huurder niet verplicht om tot ontruiming over te gaan. Als gevolg hiervan kan de verhuurder zolang de ontruiming door hem niet is aangezegd (en de huurder blijft zitten), in rechte geen ontruiming door de huurder afdwingen.
Naar aanleiding van een verzoek tot verlenging van de ontruimingsbescherming, wordt door de kantonrechter een belangenafweging gemaakt. Met andere woorden de kantonrechter weegt de belangen van de huurder bij voortzetting van het gebruik af tegen de belangen van verhuurder bij ontruiming door de huurder. Zaken die bij de belangenafweging een rol (kunnen) spelen zijn onder meer de beschikbaarheid of het voldoende hebben gezocht naar een alternatieve locatie, investeringen die door de huurder zijn gedaan, de in acht genomen opzegtermijn, een eventuele verkoopwens of wens tot wederverhuur van verhuurder etc.

In praktijk komt het voor dat VvE’s/ eigenaren de huurovereenkomsten met telecomproviders willen beëindigen vanwege een angst voor de straling. Het is echter niet onomstotelijk bewezen dat de straling schadelijk is. In de rechtspraak wordt een angst voor straling bij leden van de VvE/ eigenaar in ieder geval als onvoldoende zwaarwegend belang aangemerkt ten opzichte van het belang van een telecomprovider (huurder) om het gebruik van de antenne-opstelplaats voort te zetten zolang de telecomprovider nog geen alternatieve locatie heeft kunnen vinden. Een verzoek tot verlenging van de ontruimingsbescherming wordt in ieder geval afgewezen als (1) de huurder onbehoorlijk gebruik maakt van het gehuurde, (2) de huurder ernstige overlast veroorzaakt of (3) sprake is van wanbetaling aan de zijde van de huurder. Als sprake is van een van de drie hiervoor genoemde omstandigheden kan van de verhuurder niet worden verwacht dat het gebruik van het gehuurde door huurder voortgezet.
Als de kantonrechter de belangen van de huurder bij voortzetting van het gebruik zwaarder vindt wegen dan de belangen van verhuurder bij beëindiging van het gebruik, wordt de ontruimingstermijn met een jaar verlengd, te rekenen vanaf de einddatum van de huurovereenkomst. Dit kan een andere datum zijn dan de datum waartegen de ontruiming is aangezegd. De huurder kan vervolgens nog maximaal twee keer een verzoek doen tot verlenging van de ontruimingstermijn met een jaar. Deze verzoeken dienen door de huurder steeds één maand voor het verstrijken van de termijn te worden gedaan. Als een VvE/ eigenaar dus niet goed opzegt, kan de VvE/ eigenaar nog zeker drie jaar aan de huurder vastzitten.

Conclusie
Kortom, als de VvE/ eigenaar een huurovereenkomst voor een opstelplaats voor een antenne-installatie wil beëindigen, is het van zeer groot belang dat naast opzegging van de huurovereenkomst ook schriftelijk en ondubbelzinnig de ontruiming wordt aangezegd. Dit geldt ook voor huurovereenkomsten die voor bepaalde tijd zijn aangegaan. Doet de VvE/ eigenaar dit niet of is de opzeggingsbrief niet duidelijk genoeg, dan loopt de VvE/ eigenaar het risico dat ze nog geruime tijd aan de telecomprovider vast zit.

Overheid denkt niet dat bomen wijken voor 5G-antennes

De overheid denkt niet dat bomen zullen moeten wijken voor de uitrol van 5G. Dat schrijft het ministerie van EZK in antwoord op Kamervragen van de Partij voor de Dieren over de uitrol van 5G. Die vraagt of er scenario’s zijn waarin bomen in de weg staan.

PvdD vraagt naar de verwachte aantallen antennes en de impact op de leefomgeving, mens en dier. Ook het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de minister voor Medische Zorg en Sport en de minister voor Milieu en Wonen hebben een bijdrage geleverd aan de beantwoording van deze Kamervragen.
Zoals bekend wil de overheid medio 2020 de 700 MHz-vergunningen uitreiken en rond 2022 ook die voor 3,5 GHz voor mobiele communicatie. De mobiele operators hebben antennes nodig voor die frequenties. Het samenwerkingsverband van telecomproviders, Monet, heeft becijferd wat zij verwachten aan toename aan antennes door de uitrol van 5G. Deze toename is 10 procent; dat zijn ongeveer 4.500 extra antennes (en ongeveer 1.500 antenne-opstelpunten). Daarnaast verwachten de operators in beperkte mate kleine antennes (small cells) in de komende 3 tot 5 jaar.
Het staat niet ter discussie dat bomen en planten een obstakel vormen voor mobiele frequenties. Bomen en bossen worden beschermd door landelijk beleid. Buiten de bebouwde kom zijn kapvergunningen een zaak van de provincie of van het Rijk. Binnen de bebouwde kom maakt de gemeente een omgevingsplan met ‘kapcontouren’. De Omgevingswet, gepland vanaf 2021, bevat dezelfde regels als nu. Alle aanvragen voor (nieuwe) mobiele antennes worden beoordeeld aan die regels.

Stralingsnormen en EMV
PvdD vraagt naar stralingsnormen en onderzoek naar de effecten van elektromagnetische velden (EMV) op de gezondheid. Het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid (Kennisplatform EMV) geeft aan dat er in alle onderzoeken geen bewijs is dat langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden onder de blootstellingslimieten schadelijk is voor de gezondheid.
De huidige blootstellingslimieten voor 3G en 4G gelden straks ook voor 5G. EZK meldt dat het Agentschap Telecom de veldsterktes van antennes meet en dat die gewoonlijk een factor 10 of 20 onder de wettelijke norm zitten.

Grapperhaus: mobiel breedband beoogd opvolger C2000

De opvolger van het vertraagde, nog op te leveren C2000-netwerk zal waarschijnlijk gebaseerd worden op mobiel breedband. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de antenne-infrastructuur van mobiele operators. Dat stelt minister Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) in een brief aan de Tweede Kamer.
De minister schrijft in de brief over de uitkomsten van een in april beloofde verkenning naar een mogelijke opvolger van het C2000-spraaknetwerk. De aanleiding van de verkenning was het advies van de AIVD om over te gaan naar een oplossing waarbij de afhankelijkheid van landen met een offensief cyberprogramma gericht tegen Nederlandse belangen is geminimaliseerd.

Onrust over Chinese leveranciers
Hoewel Grapperhaus geen namen noemt, is duidelijk dat het ook om China gaat, waar C2000-leverancier Hytera vandaan komt. De afgelopen anderhalf jaar is er politieke en maatschappelijke onrust ontstaan over verwevenheid tussen Chinese leveranciers van netwerktechnologie en de Chinese overheid. Er bestaat onder meer vrees voor Chinese spionage en hack-pogingen via achterdeurtjes in netwerkapparatuur van leveranciers zoals Hytera en Huawei.
Grapperhaus zei in juni al in de Tweede Kamer dat er wordt gekeken naar ‘een nieuw nieuw netwerk’. Binnen vijf jaar moet dat ‘nieuwe nieuwe net’ er staan. dat betekent dat het vertraagde C2000-netwerk op basis van apparatuur van het Chinese Hytera niet langer dan vijf jaar zal functioneren. Op advies van de AIVD werkt Justitie sindsdien aan een traject van specificatie, aanbesteding en realisatie voor een communicatiesysteem dat niet of minder draait op het Chinese Hytera. Dat leidt tot versnelde afschrijvingen en hogere kosten.

Mobiel breedband voor missiekritieke communicatie
De minister wijst op voorbeelden van andere landen waar gekozen wordt voor bestaande mobiele breedbandnetwerken voor missiekritieke communicatie van hulpdiensten (in Nederland: Politie, Brandweer, Ambulancediensten en Koninklijke Marechaussee).
‘Een internationale vergelijking laat zien dat meerdere landen kiezen voor mobiel breedband als drager voor missiekritieke communicatie. Landen als het Verenigd Koninkrijk en Finland zijn in een vergevorderd stadium van het vervangen van hun bestaande (TETRA-gebaseerde) systemen door een systeem gebaseerd op mobiel breedband waarbij gebruikt wordt gemaakt van het antennenetwerk van mobiele netwerkoperators.
Volgens Grapperhaus levert overleg met de operationele partijen over de uitgangspunten en randvoorwaarden waaraan een nieuw systeem dient te voldoen op, dat zo’n systeem gebaseerd op mobiel breedband op dit moment het meest aansluit bij de toekomstige wensen van de gebruikers.

Logische vervolgstap
‘Alles overziend ben ik van oordeel dat het nader uitwerken van de contouren van een nieuw systeem waarbij de (missiekritische) communicatie verloopt via mobiel breedband een logische vervolgstap is in het kader van deze verkenning.’ Een haalbaarheidsonderzoek de komende maanden moet de voor- en nadelen van verschillende modellen voor missiekritieke communicatie gebaseerd op mobiel breedband in beeld brengen. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de huidige situatie.
Een soortgelijke risicoanalyse is eerder ook gemaakt in het kader van het 5G-traject, onder meer bedoeld voor het aanvullen van een visie hierop van de Europese Commissie. In het haalbaarheidsonderzoek zal daarnaast aandacht zijn voor financiën, besturing en bruikbaarheid, (cyber)veiligheid, technische implicaties en juridische- en wetstechnische consequenties van een overstap naar een systeem gebaseerd op mobiel breedband.

Vijf jaar voor nieuw C2000
Grapperhaus herhaalt dat het een jaar of vijf zal duren voordat een nieuw C2000 actief kan worden. Ervaringen in het Verenigd Koninkrijk en Finland laten zien dat het om een meerjarig en langlopend traject gaat. De inzet van het haalbaarheidsonderzoek is om tevens meer inzicht te verschaffen in de duur van het traject.
In de zomer van 2020 hoopt Grapperhaus met nieuwe inzichten te komen op basis van onder meer het haalbaarheidsonderzoek.

Bron: telecompaper

EZK wil Multibandveiling in mei houden

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wil eind mei de lang vertraagde Multibandveiling houden.

Verschillende bronnen melden dat EZK half november de Veilingregeling en de ontwerpvergunningen wil publiceren en consulteren. Na die korte consultatie wordt de regeling definitief gemaakt. Het Agentschap Telecom opent dan de inschrijvingsprocedure en stelt de datum vast dat de veiling werkelijk begint – volgens de planning eind mei. Die ambitie vergt een strakke planning, zonder ruimte voor tegenvallers.

De Multibandveiling omvat 700 MHz, 1400 MHz en 2100 MHz vergunningen. De eerste twee banden zijn dan direct beschikbaar. De 2100-band is al in gebruik en zit in vergunningen met een looptijd tot 31 december volgend jaar. Er is een transitiefase nodig van de oude naar de nieuwe vergunningen, maar waarschijnlijk kan die goed worden voorbereid en snel (een kwestie van weken) worden uitgevoerd.

De drie bestaande MNO’s krijgen de verplichting om in elke gemeente dekking te bieden en een minimale downloadsnelheid te garanderen. Dat mogen ze doen met het LTE-netwerk en andere vergunningen. Mobiele operators moeten hun 4G-netwerk moderniseren en apparatuur vernieuwen om 5G in te zetten. Die upgrades zijn echter ook relevant voor 4G en dus kunnen de investeringen naar voren gehaald worden. Alom wordt verwacht dat de activering en landelijke uitrol met 5G sneller gaat dan met 4G.

Deadline in juni voor 700 MHz
EZ is al in 2016 begonnen met de voorbereidingen op deze veiling, maar heeft door een reeks tegenvallers een reeks deadlines gemist. De tijdsdruk loopt op: de Europese Commissie verplicht dat alle lidstaten voor 30 juni 2020 de 700 MHz-band hebben uitgegeven. Brussel heeft al een formeel onderzoek geopend, omdat Nederland niet op tijd een gedetailleerd stappenplan gereed had.
De Veilingregeling wordt kort geconsulteerd, namelijk zes weken, voordat die definitief wordt gemaakt. Daarna komt een stappenplan, waarin het Agentschap Telecom de inschrijving opent en checkt welke deelnemers worden toegelaten tot de veiling, die dan eind mei moet beginnen. Dit gaat dan in een hoog tempo. Bij de Multibandveiling van 2012 zaten er 52 weken tussen het moment dat de veilingregeling definitief werd en de echte afloop: de ingangsdatum van de nieuwe vergunningen. Staatssecretaris Keijzer heeft eerder gezegd dat dit negen maanden ging kosten. Dat moet nu echter worden verkort naar een maand of drie.

Kans op nieuwe tegenvallers
In dat scenario zitten nog steeds enkele risico’s. Eén daarvan is de behandeling in het parlement. Bij de veilingen van 2010 en 2012 is daar zoals bekend veel tijd in gaan zitten. Keijzer heeft de Tweede Kamer daar ook al voor gewaarschuwd, maar het parlement bepaalt zijn planning. Een ander risico is dat marktpartijen naar de rechter stappen. En: eerder dit jaar bleek dat het ministerie van Financiën verwacht dat de opbrengst van de vergunningen (te) laag uitvalt.

Verder zijn er externe factoren die het voor de mogelijke deelnemers lastig te maken om te bepalen wat hun strategie in deze Multibandveiling is. De operators willen 700 MHz om 5G te lanceren, maar de 3,5 GHz band is waar het voor 5G werkelijk om draait. Over die volgende veiling is nog de nodige onzekerheid. Daarnaast speelt de discussie over de beveiliging van 5G. Als er beperkingen worden gesteld aan de keuze voor Chinese leveranciers, dan kan dat aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitrol.

‘Met 5G fors meer antenne-opstelplaatsen nodig’

Het antenneconvenant, waar afspraken instaan over plaatsen van vergunningsvrije antennes voor dekking van mobiele netwerken, verloopt eind 2019. Gemeenten moeten volgens VNG hun belangen bij het opstellen van dit convenant verdedigen omdat er straks fors meer antenne-opstelpunten nodig zijn vanwege 5G.

Ruimtelijke inpassing versus goede dekking

VNG hoopt dat gemeenten meedenken over hun eigen belangen in het nieuwe convenant, zo meldt de organisatie op de eigen website. In het nieuwe convenant wordt ook de komst van het 5G netwerk meegenomen, waarmee de snelheden van het mobiele netwerk drastisch omhoog zullen gaan. Een goede dekking bij dit netwerk vergt echter veel meer opstelpunten voor antennes in iedere gemeente dan momenteel het geval is. Het is daarom volgens VNG van belang dat er wordt nagedacht over ruimtelijke inpassing van de antennes. De afweging voor gemeenten bij het invullen van het convenant bestaat uit een goede dekking voor iedereen versus ruimtelijke inpassing.

Klankbordgroep

VNG heeft voor gemeenten een klankbordgroep opgericht en nodigt ze uit om hieraan deel te nemen. Het overleg van deze groep vindt voornamelijk via het online forum ROMnetwerk plaats. Een eerste versie van het convenant moet voor de zomer van 2019 afgerond zijn.

binnenlandsbestuur.nl