Tag archief: Cignal antenne-contract

Vodafone werkt aan verder verbeteren mobiele dekking langs spoor

Vodafone is een project gestart om de mobiele dekking langs het spoor verder te verbeteren. De komende 3 jaar wordt door heel Nederland, in etappes, het mobiel bereik op een deel van de spoorwegtrajecten verbeterd. Aangezien het mobiele verkeer ieder jaar aanzienlijk toeneemt, draagt dit op een positieve manier bij aan de reiservaring van Vodafone-klanten. 


Vodafone werkt de komende jaren op verschillende manieren aan het verder verbeteren van de dekking langs het spoor. Denk hierbij aan het bouwen van nieuwe zendmasten en extra antennes plaatsen op bestaande antennelocaties. Ook optimaliseert Vodafone de instellingen van het netwerk verder. Dit heeft tot gevolg dat de antennes langs de spoorwegtrajecten nog beter en sneller met elkaar samenwerken.

Door heel Nederland
Verspreid door heel Nederland wordt er in totaal aan 69 verschillende trajecten gewerkt. Hier zitten een aantal van de meest drukbezochte trajecten tussen, waaronder: Groningen-Zwolle, Amsterdam-Utrecht en Utrecht-Maastricht, maar ook een paar ‘rustigere trajecten’. Naast deze spoorlijnen richt Vodafone zich ook op het optimaliseren van de mobiele dekking in spoortunnels, waaronder de Schipholspoortunnel.

G.J Laureijssen, Manager Mobiele connectiviteit bij ProRail geeft aan: “Spoorbeheerder ProRail wil graag dat reizigers zo prettig mogelijk met de trein reizen. Mobiele connectiviteit is daar steeds belangrijker voor. Mooi dat Vodafone concrete stappen zet om bereik en kwaliteit te verbeteren. We proberen hieraan zo goed mogelijk mee te werken door bijvoorbeeld onze masten beschikbaar te stellen voor het plaatsen van apparatuur en antennes van telecomaanbieders. Ook werken we samen met de telecomaanbieders om dekking in onze spoortunnels te creëren.”

Vodafone maakt haar planning in samenspraak met partners en is daarbij ook afhankelijk van externe factoren, zoals de doorlooptijd van vergunningverleningen en de beschikbaarheid van grond en gebouwen om antennes te kunnen plaatsen. Zodra de werkzaamheden op een bepaald traject zijn afgerond, maakt Vodafone dit bekend.

Overal verbonden
André Beijen, Directeur Mobiele Netwerken bij VodafoneZiggo: “Een groot deel van onze klanten maakt regelmatig gebruik van de trein. Tijdens het reizen willen ze continu online en bereikbaar zijn – of het nu gaat om werk, een online vergadering bijwonen, een podcast luisteren of hun favoriete serie kijken. Als Vodafone zetten we ons in voor de verbondenheid voor al onze klanten, waar ze zich ook bevinden.”

De 69 trajecten waar Vodafone aan werkt om het mobiel bereik te optimaliseren.

Vodafone optimaliseert de mobiele dekking langs het spoor samen met haar infrastructuur partner Cellnex en in samenwerking met ProRail. Cellnex is in Nederland de eigenaar en exploitant van meer dan 1/3 van de Mobiele Opstelpunten in Nederland en is hiermee één van de aanjagers van het 5G landschap in Nederland. Hiernaast heeft Cellnex sinds 2021 een samenwerkingsverband met ProRail voor het beheer van haar opstelpunten en de exploitatie van deze opstelpunten voor de mobiele markt.

Bron: VodafoneZiggo

Telecommunicatie – plaatsing in monumenten

Hoge monumentale gebouwen zijn vanouds bakens in het landschap. Denk aan kerktorens, vuurtorens en watertorens, maar ook aan industriële monumenten met hoge schoorstenen of opslagtorens, zoals silo’s. Vaak zijn deze gebouwen ook gewenste locaties voor het plaatsen van antenne-installaties. Maar plaatsing van deze antennes betekent altijd een visuele en bouwkundige aantasting in geval van beschermde monumenten of (rijks)beschermde stads- of dorpsgezichten. Plaatsing vraagt daar dan ook om maatwerk in het ontwerp en de uitvoering. Bovendien is plaatsing vergunningsplichtig in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Soorten antennes

Met de groei en ontwikkeling van mobiele communicatie – denk aan 5G – stijgen ook de aantallen en soorten antenne-installaties. Een antenne-installatie voor mobiele communicatie noemt men ook wel zend-ontvangstinstallatie. Deze bestaat uit antennepanelen en bijbehorende Remote Radio Units (RRU’s), antennedragers, bedrading en (al dan niet in een installatiekast opgenomen) apparatuur (Base Tranceiver Station (BTS)), en de daarbij behorende bevestigingsconstructie en aansluiting op het energienetwerk. Antenne-installaties worden gemaakt door wereldwijde producenten. De plaatsing van de installaties gebeurt door aannemers, meestal in opdracht van mobiele netwerkaanbieders.

Twee soorten antenne-installaties

In grote lijnen zijn er twee soorten antenne-installaties voor mobiele communicatie.

  • Macro antenne-installaties. Deze installaties bedienen een groot gebied: enkele honderden meters in stedelijk gebied en enkele kilometers in landelijk gebied. De antennes staan bij voorkeur op een hoogte van 25 tot 40 meter, in elk geval op een hogere plek dan de bebouwing in de directe omgeving van de antennes. De gebruikte antennes noemt men paneel- of sectorantennes. Meestal zijn antennepanelen nodig die in drie en soms vier richtingen kunnen communiceren. Bovendien heeft een netwerkaanbieder soms meer dan één antennepaneel in dezelfde richting nodig. De antennepanelen zijn ongeveer één tot drie meter hoog. Dicht bij de panelen staan vaak RRU’s. Die versterken het zend- en ontvangstsignaal. Per antennepaneel zijn meestal meer RRU’s nodig.
  • Small cells. Dit zijn kleine antennes om een klein gebied te bedienen waar veel mensen bij elkaar komen, zoals stationsgebouwen, winkelcentra of parkeergarages. Small cells functioneren als aanvulling op macro antenne-installaties en hebben een bereik van enkele meters tot niet meer dan 200 meter. Je kunt ze binnen en buiten gebruiken. Je kunt ze plaatsen op straatmeubilair (zoals lantaarnpalen en bushokjes), aan gevels of in hoge ruimtes in gebouwen. Voor het gebruik van 5G is de aanwezigheid van small cells niet vereist; ze vormen enkel een toevoeging aan de functionaliteit en dekkingsgraad.

Verbinden antenne-opstellocaties

Veel antenne-opstellocaties van netwerkaanbieders zijn door glasvezel met elkaar verbonden. Daar waar nog geen glasvezel beschikbaar is maakt men gebruik van een straalverbinding via schotelantennes. De diameter van de schotel is meestal afhankelijk van de te overbruggen afstand, en kan variëren van 30 tot 90 centimeter.

Site sharing

Site sharing is het delen van antenne-opstellocaties door netwerkaanbieders. In de Telecommunicatiewet is geregeld dat aanbieders wederzijds verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik van antenne-opstellocaties. Netwerkaanbieders maken echter geen gebruik van elkaars apparatuur (roaming). Als een eigenaar van een monument contracten met meerdere netwerkaanbieders afsluit, kan het monument vol komen te staan met installaties. Het gevolg daarvan is toenemende visuele en bouwkundige aantasting van dat monument. Daar staat tegenover dat je door site sharing het aantal monumentale gebouwen met antenne-installaties in een gebied kunt beperken. Gemeenten kunnen afhankelijk van de lokale situatie bepalen of site sharing wenselijk is.

Voor veel eigenaren van monumenten zoals o.a. kerkinstellingen zijn de door operators aangebrachte telecom-opstelpunten een zeer wenselijke extra inkomstenbron om de toch al hoge kosten van een monument deels te bekostigen.

Wel is het van belang dat de contractuele voorwaarden (niet enkel financieel) goed worden geregeld. Wie betaalt bijv. wat bij aanpassingen/ renovaties of bij beeindiging van een overeenkomst?

PROPERTY-TELECOM heeft ruime ervaring in het bijstaan van eigenaren van monumenten of er voor te zorgen dat de contractuele zaken goed en duidelijk worden overeengekomen. Meer informatie? Neem contact met ons op.

born: o.a. kennis cultureel erfgoed