Categorie archief: antennemast

ACM verplicht Aegon tot medegebruik antenne-opstelpunt gebouw Alphen aan den Rijn

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft een besluit genomen in een geschil tussen Vodafone en Aegon over het medegebruik van een antenne-opstelpunt op een woongebouw van Aegon in Alphen aan den Rijn. De ACM oordeelt dat Aegon verplicht is om in te stemmen met medegebruik tegen marktconforme en niet-discriminerende voorwaarden en vergoedingen. Dit is de eerste keer sinds de wijziging van de Telecommunicatiewet dat de ACM haar bevoegdheid gebruikt om dit soort geschillen te beslechten. De ACM vindt het belangrijk dat er voldoende antenne-opstelpunten zijn en blijven om een goede netwerkdekking te waarborgen.

Telecomaanbieders, waaronder Vodafone, maakten al langer gebruik van het dak van het gebouw van Aegon als antenne-opstelpunt, maar Aegon en Vodafone kwamen niet tot overeenstemming over de voorwaarden en vergoedingen voor een nieuwe overeenkomst. De telecomaanbieder is daarop naar de ACM gestapt met het verzoek gebruik te maken van haar bevoegdheid tot geschilbeslechting bij medegebruik, waarover de autoriteit sinds de wijziging van de Telecommunicatiewet op 2 maart 2022 beschikt.

Voorwaarden en vergoedingen

In dit geschil is de ACM tot het oordeel gekomen dat Aegon in dit specfieke geval en op deze specifieke locatie onder de verplichtingingen van de Telecommunicatiewet valt. De ACM heeft in haar besluit vastgesteld hoe de de voorwaarden in een overeenkomst moeten worden uitgewerkt en de hoogte van de jaarlijkse vergoeding bepaald. De voorwaarden en vergoeding waaronder het medegebruik plaatsvindt dienen billijk en niet-discriminerend te zijn. Dit houdt in dat AEGON vergelijkbare en marktconforme voorwaarden en tarieven moet hanteren voor alle partijen die een redelijk verzoek doen voor medegebruik van de faciliteit. De door de ACM vastgestelde jaarlijkse vergoeding – die de toezichthouder in verband met bedrijfsgevoelige informatie niet openbaar maakt – kan jaarlijks aangepast worden op basis van de Consumentenprijsindex. Extra kosten mogen worden doorberekend als ze direct aan het specifieke verzoek toe te rekenen zijn. In het besluit is verder opgenomen welke voorwaarden voor onder andere netwerktechnologie, duur en beëindiging van de overeenkomst, blootstellingslimieten en aansprakelijkheid de ACM in dit specifieke geval redelijk vindt.

Achtergrondinformatie

Om overal te kunnen bellen, internetten en streamen zijn er verspreid over heel Nederland antenne-opstelpunten. Bijvoorbeeld antennemasten langs spoorwegen of snelwegen, maar ook op daken van gebouwen zijn ze te vinden. Op dit moment staan in Nederland ruim 16.000 antenne-installaties voor mobiele communicatie. Nederland behoort tot een van de landen met de beste mobiele netwerken ter wereld. Door de toenemende vraag naar mobiele communicatiediensten neemt ook de vraag naar antenne-opstelpunten toe. De ACM onderschrijft het belang van de beschikbaarheid van voldoende antenne-opstelpunten. Dat is nodig om een goede netwerkdekking, nu en in de toekomst, te waarborgen. Bij lokale problemen kunnen telecomaanbieders een aanvraag tot geschilbeslechting indienen bij de ACM. Dit was het eerste zaak die is aangedragen bij de ACM. Vooralsnog zijn er geen andere aanvragen voor geschilbeslechting over medegebruik van antennte-opstelpunten bij de ACM ingediend.

Bron: ACM

Kwaliteit mobiel bellen onder druk door ruimtegebrek antennemasten

Het wordt steeds moeilijker om ruimte te vinden voor antennes voor telefoon- en dataverkeer.

Dat is een probleem, want het mobiele datagebruik in Nederland groeit jaarlijks met zo’n 25%.

Als gevolg van het ruimtegebrek is de dekking in steden zoals Amsterdam niet overal optimaal.

Sandra Olsthoorn en Jeroen Piersma, Amsterdam


De kwaliteit van de drie mobiele telecomnetwerken in Nederland dreigt te verslechteren omdat er te weinig plekken zijn om antennemasten neer te zetten. Het tekort aan opstelpunten leidt ertoe dat KPN, VodafoneZiggo en Odido moeite hebben om de snelle groei van het mobiele dataverkeer op te vangen. In grote steden zoals Amsterdam laat de mobiele dekking nu al her en der te wensen over en valt het bereik soms weg. Dat is een situatie die Nederlanders niet gewend zijn. De drie Nederlandse mobiele netwerken behoren tot de absolute wereldtop. Jaar na jaar scoren zij in internationale vergelijkingen het hoogst op punten zoals dekking en snelheid. Daarmee presteert Nederland beter dan de ons omringende landen. Maar dat is aan het veranderen. Telecombedrijven proberen op dit moment hun netwerken met kunst-en-vliegwerk in de lucht te houden’, zegt Rob Bongenaar. directeur van Monet, de branchevereniging van netwerkaanbieders. Hij is er niet gerust op: ‘Nederland nadert het punt dat het penibel wordt.’ De schaarste aan masten heeft meerdere oorzaken. De eerste is het toenemende dataverkeer. Het mobiele datagebruik van Nederlanders groeit jaarlijks met zo’n 25%. Dat betekent dat de telecomaanbieders meer antennes en dus meer opstelpunten nodig hebben. Tegenover de groeiende vraag staat echter een krimpend aanbod. De belangrijkste reden is dat gemeenten, gebouweigenaren en bewoners steeds terughoudender zijn met het toelaten van masten. Daarbij spelen allerlei motieven: van angst voor straling van bewoners tot de wens van gebouweigenaren om hun daken te vergroenen.

Volgens het Antennebureau staan op dit moment in Nederland 16.037 antenne-installaties opgesteld voor mobiele communicatie. ‘Odido heeft elk jaar zo’n vijftig extra opstelpunten nodig’, zegt Johan van den Branden, chief network officer van het telecombedrijf. Ook moet Odido jaarlijks zo’n honderd bestaande dakinstallaties vervangen omdat het gebouw waar ze op staan wordt afgebroken of omdat de eigenaar bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak wil leggen. Het bedrijf maakt nu gebruik van zo’n 5000 opstelpunten in totaal. Het tekort aan opstelpunten heeft gevolgen voor de kwaliteit van de netwerken. ‘Met name in de stedelijke gebieden kunnen we op bepaalde plekken niet de kwaliteit bieden die we zouden willen’, zegt Erik Brands, directeur mobiele netwerken bij KPN. ‘Niemand wil een opstelpunt in zijn achtertuin of op zijn dak’, zegt een telecomadviseur die heeft gewerkt voor een van de drie mobiele aanbieders. ‘Maar Nederlanders zijn wel superverwend en verwachten lage prijzen en de beste kwaliteit.’ De situatie doet enigszins denken aan de windmolendiscussie: de meeste mensen vinden het van belang dat klimaatopwarming wordt gestopt, maar ze willen geen windmolen dicht bij hun huis.

De telecombedrijven wijzen daarnaast met de beschuldigende vinger naar tussenpersonen die namens de gebouweigenaren onderhandelen over contracten voor de masten en antennes. Daarbij gaat het om partijen zoals onder andere Property-Telecom. Volgens de telecombedrijven maken zij gebruik van de krappe markt om prijzen op te drijven. Daarbij hanteren de tussenpersonen harde onderhandelingstechnieken, waarbij soms wordt gedreigd met het opzeggen van de contracten.

De tussenpersonen zien hun rol anders. ‘Vastgoedeigenaren hebben vaak niet zo veel verstand van contracten voor telecommasten’, zegt Huib Verharen, contractbeheerder bij Property-Telecom. ‘In het verleden bepaalde het telecombedrijf de inhoud van het contract. Maar voor de eigenaar kan het beter. Wij zorgen ervoor dat die ook gunstige juridische en financiële voorwaarden krijgt.’ Bij verlenging van een contract stuurt Verharen op een ‘marktconforme huur’. Die kan een stuk hoger liggen dan de huur die vijftien jaar geleden werd vastgesteld.

Het volledige artikel is ook online terug te lezen via financieeldagblad.nl

Bron: Financieel Dagblad 03-08-204

KPN en ABP gaan samenwerking aan voor mobiele infrastructuur

KPN en pensioenfonds ABP gaan een samenwerking aan op het gebied van acquisitie en beheer van passieve infrastructuur voor mobiele netwerken. Ongeveer 3.800 mobiele zendmasten en daklocaties van KPN, NOVEC en Open Tower Company worden ondergebracht in een nieuwe onderneming en blijven toegankelijk voor de verschillende mobiele operators en andere frequentiegebruikers.

KPN en ABP bouwen al aan de digitale infrastructuur van Nederland door samen te werken bij de uitrol van glasvezel. Deze nieuwe samenwerking ziet toe op de passieve mobiele infrastructuur, die een belangrijk fundament vormt voor het 5G-netwerk dankzij een fijnmazig grid van antenne-opstelpunten zoals zendmasten en daklocaties verspreid over Nederland. Deze locaties bieden ruimte voor mobiele radio- en antenne apparatuur. Mede dankzij deze infrastructuur behoort het Nederlandse mobiele internet tot de top in de wereld en kunnen gebruikers vrijwel overal in Nederland bellen, internetten, gamen en video’s streamen.

Joost Farwerck, CEO KPN: “We hebben de afgelopen jaren met ons mobiele netwerk een hele goede positie opgebouwd. Deze willen we naar de toekomst toe behouden en verder uitbouwen, ook met het oog op het alsmaar groeiende dataverkeer. Met deze samenwerking krijgen we meer grip en flexibiliteit op een groot aantal locaties van onze mobiele infrastructuur en realiseren we tegelijkertijd een duurzamer kostenmodel. Daarom bundelen we samen met ABP de krachten en wordt een portefeuille van zo’n 3.800 zendmasten en daklocaties verspreid over heel Nederland samengevoegd zodat meer slagkracht en synergievoordelen ontstaan.”

Harmen van Wijnen, bestuursvoorzitter ABP: “Wij beleggen graag in Nederland om de economische groei en werkgelegenheid te stimuleren en belangrijke infrastructuurprojecten tot stand te brengen. Via deze samenwerking met KPN versterken we de Nederlandse mobiele netwerken. Tegelijkertijd levert deze belegging een aantrekkelijk rendement op en daarmee is deze samenwerking op meerdere terreinen van betekenis voor onze pensioendeelnemers. Zo bouwen we niet alleen aan een goed pensioen maar ook aan goede mobiele en digitale bereikbaarheid in ons land.”

Omdat de ruimte voor zendmasten schaars is, wordt het voor mobiele operators de laatste jaren lastiger om nieuwe opstelpunten te realiseren. Ook vervanging van bestaande locaties bij aflopende huurcontracten kan complex zijn. Mobiele opstelpunten zijn van belang voor de continuïteit van het netwerk en verdere mobiele capaciteitsuitbreiding, zowel in drukke stadscentra als in minder dichtbevolkte gebieden. KPN en ABP gaan daarom samenwerken met het oog op een beter management van het passieve netwerk, wat zal resulteren in toekomst-vast gebruik van de locaties, harmonisatie en vereenvoudiging van huurcontracten. De infrastructuur blijft beschikbaar voor andere operators en mede door gedeeld gebruik van de locaties kunnen financieel aantrekkelijke gebruiks- en huurvoorwaarden worden geboden.

De infrastructuur was voorheen eigendom van KPN, NOVEC (eigendom TenneT) en Open Tower Company (eigendom NOVEC en ABP). De nieuwe onderneming krijgt een eigen bestuur dat verantwoordelijk is voor de exploitatie van de passieve infrastructuur met eigen zendmasten en locaties op hoogspanningsmasten en daken. ABP wordt bij deze transactie vertegenwoordigd door haar vermogensbeheerder APG. Deze aankondiging is nog onder voorbehoud van goedkeuring door de ondernemingsraad en de toezichthouder. Klik hier voor meer informatie en financiële details over deze samenwerking. De samenwerking heeft geen gevolgen voor de werkgelegenheid.

Over KPN
KPN is al vele decennia de toonaangevende leverancier van telecommunicatie en IT-diensten in Nederland. Elke Nederlander gebruikt dagelijks direct of indirect het KPN-netwerk, van de glasvezelverbindingen in de grond tot de pinautomaten in een winkel of de matrixborden boven de snelweg. Via het netwerk van Nederland, waar KPN continu in investeert door de aanleg van glasvezel en de uitrol van bijvoorbeeld het nieuwe mobiele 5G-netwerk, bedient KPN consumenten en zakelijke klanten met diensten voor telefonie, data, televisie, internet-of-things, cloud, werkplekken en security. KPN heeft een open netwerk waarover ook andere providers diensten aanbieden.

Over ABP
Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) is het bedrijfstakpensioenfonds voor werkgevers en werknemers van overheids- en onderwijsinstellingen in Nederland. ABP heeft 3,1 miljoen deelnemers en 514 miljard euro (per 31 maart 2024) aan vermogen beschikbaar.

Bron: KPN

Vodafone werkt aan verder verbeteren mobiele dekking langs spoor

Vodafone is een project gestart om de mobiele dekking langs het spoor verder te verbeteren. De komende 3 jaar wordt door heel Nederland, in etappes, het mobiel bereik op een deel van de spoorwegtrajecten verbeterd. Aangezien het mobiele verkeer ieder jaar aanzienlijk toeneemt, draagt dit op een positieve manier bij aan de reiservaring van Vodafone-klanten. 


Vodafone werkt de komende jaren op verschillende manieren aan het verder verbeteren van de dekking langs het spoor. Denk hierbij aan het bouwen van nieuwe zendmasten en extra antennes plaatsen op bestaande antennelocaties. Ook optimaliseert Vodafone de instellingen van het netwerk verder. Dit heeft tot gevolg dat de antennes langs de spoorwegtrajecten nog beter en sneller met elkaar samenwerken.

Door heel Nederland
Verspreid door heel Nederland wordt er in totaal aan 69 verschillende trajecten gewerkt. Hier zitten een aantal van de meest drukbezochte trajecten tussen, waaronder: Groningen-Zwolle, Amsterdam-Utrecht en Utrecht-Maastricht, maar ook een paar ‘rustigere trajecten’. Naast deze spoorlijnen richt Vodafone zich ook op het optimaliseren van de mobiele dekking in spoortunnels, waaronder de Schipholspoortunnel.

G.J Laureijssen, Manager Mobiele connectiviteit bij ProRail geeft aan: “Spoorbeheerder ProRail wil graag dat reizigers zo prettig mogelijk met de trein reizen. Mobiele connectiviteit is daar steeds belangrijker voor. Mooi dat Vodafone concrete stappen zet om bereik en kwaliteit te verbeteren. We proberen hieraan zo goed mogelijk mee te werken door bijvoorbeeld onze masten beschikbaar te stellen voor het plaatsen van apparatuur en antennes van telecomaanbieders. Ook werken we samen met de telecomaanbieders om dekking in onze spoortunnels te creëren.”

Vodafone maakt haar planning in samenspraak met partners en is daarbij ook afhankelijk van externe factoren, zoals de doorlooptijd van vergunningverleningen en de beschikbaarheid van grond en gebouwen om antennes te kunnen plaatsen. Zodra de werkzaamheden op een bepaald traject zijn afgerond, maakt Vodafone dit bekend.

Overal verbonden
André Beijen, Directeur Mobiele Netwerken bij VodafoneZiggo: “Een groot deel van onze klanten maakt regelmatig gebruik van de trein. Tijdens het reizen willen ze continu online en bereikbaar zijn – of het nu gaat om werk, een online vergadering bijwonen, een podcast luisteren of hun favoriete serie kijken. Als Vodafone zetten we ons in voor de verbondenheid voor al onze klanten, waar ze zich ook bevinden.”

De 69 trajecten waar Vodafone aan werkt om het mobiel bereik te optimaliseren.

Vodafone optimaliseert de mobiele dekking langs het spoor samen met haar infrastructuur partner Cellnex en in samenwerking met ProRail. Cellnex is in Nederland de eigenaar en exploitant van meer dan 1/3 van de Mobiele Opstelpunten in Nederland en is hiermee één van de aanjagers van het 5G landschap in Nederland. Hiernaast heeft Cellnex sinds 2021 een samenwerkingsverband met ProRail voor het beheer van haar opstelpunten en de exploitatie van deze opstelpunten voor de mobiele markt.

Bron: VodafoneZiggo

Aantal antenne-installaties slecht grens van 16.000

Het aantal antenne-installaties in Nederland is in december de grens van 16.000 gepasseerd. Dat is voor het eerst sinds 2019, toen er nog 4 landelijke mobiele netwerken waren. Op 31 december 2023 stonden er 16.039 antenne-installaties in Nederland van KPN, Odido en VodafoneZiggo. In januari 2023 waren dat er nog 409 minder.

De diverse operators zijn op dit moment zeer actief met diverse aanpassingen van antenne-opstelpunten. Ook worden vastgoedeigenaren door zowel operators als andere marktpartijen benaderd om hun huurovereenkomst te herzien dan wel het recht te verkopen.

Indien u behoefte heeft aan onafhankelijk advies neemt u gerust contact met ons.

Rechter geeft groen licht voor 5G-frequentieveiling

De rechtbank van Rotterdam heeft woensdag groen licht gegeven voor de geplande veiling van radiofrequenties voor 5G-netwerken. Verschillende partijen waren naar de rechter gestapt omdat ze het niet eens waren met de veilingplannen.

De rechtszaak draaide om het zogenoemde Nationaal Frequentie Plan (NFP). In dat ‘bestemmingsplan’ is vastgesteld hoe de frequenties voor 5G-netwerken na de veiling moeten worden verdeeld. Telecomproviders en verschillende lokale partijen, waaronder Schiphol en de Rotterdamse haven, stapten naar de rechter omdat ze het niet eens zijn met die verdeling.

De rechter oordeelde woensdag dat het kabinet de frequenties zorgvuldig heeft verdeeld. De minister kan volgens de rechtbank onmogelijk iedereen tevredenstellen, doordat de belangen sterk uiteenlopen.

Telecomaanbieders klaagden dat het deel dat ze na een frequentieveiling zouden kunnen krijgen te beperkt was. Dat komt doordat een deel van de frequenties is gereserveerd voor lokale gebruikers, zoals Schiphol en de haven van Rotterdam.

De lokale gebruikers hadden juist geklaagd dat ze het verkeerde deel van de 5G-frequenties toegewezen kregen, en soms ook een te klein deel. Dat zou innovatie in bijvoorbeeld de haven van Rotterdam met autonoom varende schepen in de weg zitten.

Verdeling is volgens de rechter een politieke afweging

Maar de rechter is terughoudend met oordelen over de inhoud van het NFP. Dat is volgens de rechter een politieke afweging. De rechtbank heeft daarom vooral gekeken of de plannen evenredig zijn en de minister zorgvuldig heeft gehandeld. Dit bleek volgens de rechter inderdaad zo te zijn.

Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) voor het einde van dit jaar de nieuwe 5G-frequenties op de 3,5GHz-band zou veilen. Maar door vele vertragingen vindt de veiling pas in 2024 plaats.

Telecomaanbieders hebben de frequenties hard nodig

De frequentieveiling is hard nodig omdat de hoeveelheid mobiel internetverkeer in ons land ieder jaar met 30 tot 50 procent toeneemt. Ook willen Nederlanders steeds sneller internet op hun telefoon.

Om aan die vraag te kunnen voldoen, moeten de providers hun netwerken steeds verder vergroten. Dat kan voor een deel op de huidige frequenties, door bijvoorbeeld nieuwe antennes te plaatsen. Maar er is een grens aan de capaciteit die momenteel aan de netwerken kan worden toegevoegd.

Voor verdere uitbreiding zijn meer radiofrequenties nodig. Die frequenties komen dankzij de veiling volgend jaar beschikbaar voor de telecomaanbieders.

Bron: nu.nl

Spanje zit niet te wachten op Saoediërs als grootste aandeelhouders van Spaans telecombedrijf Telefónica

Telecomconcern

Saudi Telecom heeft in stilte een belang van 9,9 procent verworven in Telefónica. De Spaanse regering wantrouwt de deal.

Door onze correspondent Oumaima Abalhaj

Madrid.

Spanje en Saoedi-Arabië zijn verwikkeld in een strijd om het Spaanse telecombedrijf Telefónica. Het Saoedische telecomconcern Saudi Telecom – in handen van de Saoedische staat – maakte deze week bekend dat het een belang van 9,9 procent in Telefónica heeft genomen, voor ruim twee miljard euro. De Saoediërs worden daarmee de grootste aandeelhouders. De aankoop is echter niet onomstreden en de regering van demissionair premier Sánchez wil ingrijpen.

Telefónica (103.638 medewerkers) is verantwoordelijk voor de telecom- en internetinfrastructuur in onder meer Spanje en Latijns-Amerika. Het bedrijf heeft toegang tot de gegevens van miljoenen gebruikers en heeft contracten met defensie. Toch gaat het al een lange tijd niet lekker met het Spaanse bedrijf. Terwijl andere telecombedrijven groeiden, zijn de aandelen van Telefónica met 60 procent gekelderd. Het bedrijf, dat onder leiding staat van José María Álvarez-Pallete, poogde de waarde te herstellen door in te zetten op kunstmatige intelligentie en cyberveiligheid.

Overnameangst

Op het hoofdkwartier in Madrid bestond al langer vrees voor een overname, maar deze angst leek niet reëel door het limiet dat de Spaanse regering voor buitenlandse investeerders heeft gesteld in een anti-overnamewet. Buitenlandse investeerders mogen in Spanje niet meer dan 9,9 procent van beursgenoteerde bedrijven verwerven. De regering is ook gemachtigd om dergelijke aankopen te beperken wanneer het gaat om „kritieke infrastructuur”. In dat geval mogen buitenlandse investeerders voor maximaal 5 procent participeren.

Dat zou betekenen dat Saudi Telecom toestemming van de regering nodig had om zoveel aandelen in Telefónica te kopen. Maar de Saoediërs hebben via de achterdeur de aankoop in tweeën gesplitst. Zo hebben ze voor 4,9 procent aan aandelen gekocht en nog eens 5 procent geïnvesteerd in ‘financiële instrumenten’. De Spaanse regering kreeg pas te horen dat de Saoediërs zo de grootste aandeelhouders zouden worden bij Telefónica toen de deal al gesloten was.

De topman van Saudi Telecom, Mohammed bin Khalid Al Saud (lid van de Saoedische koninklijke familie), vindt dat zijn bedrijf veel overeenkomsten heeft met Telefónica en zei dat de aankoop van de aandelen aansluit bij de groeistrategie die Saoedi-Arabië voor ogen heeft.

Saudi Telecom is de grootste telecommunicatie-exploitant in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het bedrijf, dat in 2022 goed was voor een omzet van 15,8 miljard euro, is voor 64 procent in handen van het Saoedische staatsfonds. Saoedi-Arabië investeert volop in diverse bedrijven en projecten om zo minder afhankelijk te worden van oliehandel.

De Saoediërs benadrukken dat ze geen controle of meerderheidsbelang in Telefonica nastreven. Ze zouden alleen oog hebben voor de potentie tot groei en winstgevendheid van het bedrijf. De Spaanse regering wantrouwt de bedoelingen van Saoedi-Arabië echter.

Oorlog

De betrokken bewindslieden buigen zich momenteel over de situatie en kunnen een veto uitspreken. Zo dringt vicepremier Yolanda Díaz aan op „het behoud van onze strategische autonomie”. „Spanje moet zorgen voor beleid voor bedrijven als Telefónica, de bewakers van gevoelige gegevens. Betere regelgeving en bescherming zijn nodig om overnamebiedingen te voorkomen. We moeten onze digitale toekomst beschermen”, schrijft Díaz op X, voorheen Twitter. De minister van Defensie Margarita Robles zei vrijdag in een persverklaring dat Defensie de deal grondig gaat bestuderen. „De prioriteit voor ons is dat de nationale veiligheid en defensie altijd absoluut beschermd zijn. En dat is wat we nu gaan onderzoeken.” Experts waarschuwen echter voor de economische gevolgen als de regering gaat ingrijpen.

In 2018 ontstond er een internationale storm van verontwaardiging toen bleek dat Saoedi-Arabië clusterbommen gebruikte in de oorlog met Jemen. De Spaanse regering dreigde toen te stoppen met de verkoop van wapens aan het land. Minister Robles (Defensie) zei toen dat de regering „tegen de verkoop van wapens zijn aan elk land dat ze gebruikt om mensenrechten te schenden”.

Saoedi-Arabië dreigde toen om het contract dat het had met het Spaanse defensieconglomeraat Navantia, dat gespecialiseerd is in scheepsbouw, te verbreken. Navantia heeft nog een opdracht openstaan van vijf schepen die gebouwd moeten worden voor de Saoediërs, maar die bouw ligt stil door de onderlinge onenigheid. Meer dan zevenduizend werknemers zijn afhankelijk van het contract tussen Navantia en Saoedi-Arabië.

Als de Spaanse regering nu ingrijpt, kan dat gevolgen hebben voor de import van olie. Spanje neemt bijna tien procent van de Saoedische olieproductie af. Andere economische betrekkingen met Saoedi-Arabië die van belang zijn voor de Spaanse economie, zijn vastgoedinvesteringen. Zo legt het Spaanse bedrijf Ferrovial spoorwegen aan voor hogesnelheidstreinen in Saoedi-Arabië.

Daarnaast ontvangt de Spaanse voetbalbond miljoenen voor elke SuperCopa, een kleine voetbalcompetitie tussen de winnaars van de Copa del Rey en de Primera Divisón. De SuperCopa wordt sinds 2019 in Saoedi-Arabië gespeeld. Elke editie spekt de kas van de bond met dertig miljoen euro.

Spanje heeft dus nauwe financiële banden met de Saoediërs. Als de regering de investering van Saudi Telecom gaat aanvechten, kan dat de Spaanse regering duur komen te staan.


T-Mobile verandert van naam en gaat verder als Odido

T-Mobile Nederland heet voortaan Odido. Het telecombedrijf gaat verder als onafhankelijk Nederlands merk en maakt van onbeperkt bellen en internetten de standaard. Ook de merknaam Tele2 wordt vervangen door Odido.

Het bedrijf wil onder de vlag van Odido een andere koers varen dan onder de naam T-Mobile. “Bij Odido staat niet de technologie centraal, maar draait alles om de mensen”, zegt CEO Søren Abildgaard. Dat moeten klanten vooral gaan merken in de dienstverlening van Odido.

Zo krijgt de provider een verbindingsservice, waarmee klanten zich bij Odido kunnen melden als hun bereik slecht is. Dat gaat voorlopig telefonisch, maar kan binnenkort ook via een app. Verder zegt het bedrijf voor zijn klantenservice minder te willen leunen op automatische antwoorden en juist te willen focussen op menselijk contact, ook buiten kantooruren en in het weekend.

“Alle telecomproviders doen nu min of meer hetzelfde”, zegt commercieel directeur Tisha van Lammeren van Odido. “Als je kritisch naar je eigen producten en diensten durft te kijken, realiseer je dat het anders moet. Mensen zijn bezorgd over de veiligheid op het internet, vinden onbeperkt internet of glasvezel prijzig en de klantenservice bellen blijft een ongemak.”

Zorgen over databundel moeten verdwijnen

Bij Odido wordt onbeperkt data en bellen de standaard. “Iedereen moet altijd in verbinding kunnen staan en zich geen zorgen hoeven maken om datalimieten”, zegt de provider.

Er komen daarom nieuwe abonnementen met onbeperkt mobiel internet die passen bij de wensen van de klant. Hoe die abonnementen er in de praktijk precies uitzien, is nog niet bekend.

Ook is nog onduidelijk wat de herpositionering van T-Mobile en Tele2 betekent voor bestaande klanten. Overigens verdwijnen niet alle merken van het bedrijf. Zo blijven Simpel en Ben actief en blijft ook Tele2 Thuis bestaan.

Bron: nu.nl

DAB+ meer gelijkwaardig aan FM, maar ontvangst blijft struikelblok

Dat DAB+ uiteindelijk de vervanger wordt voor FM staat als een paal boven water. Maar voorlopig is FM in de ether nog steeds dominant.

Komend jaar worden diverse maatregelen genomen om het digitale radionetwerk DAB+ meer gelijk te trekken met FM. Voor radiogebruik is FM in Nederland nog steeds dominant, al bleek deze zomer dat het marktaandeel van FM aardig heeft ingeboet en digitale luistermogelijkheden steeds meer de voorkeur krijgen van de luisteraar. Naast DAB+ wint ook het online luisteren en het digitale radio-aanbod van providers als ZiggoKPNT-Mobile en Delta aan populariteit.

Tijdelijk

Na het bekendmaken dat publieke lokale omroepen vanaf september 2024 via DAB+ beschikbaar komen, gaat de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) – voorheen Agentschap Telecom (AT) – een stap verder. Zo kunnen geïnteresseerden vanaf september 2024 ook tijdelijke vergunningen voor DAB+ als evenementenzender aanvragen. Op dit moment zijn evenementenzenders alleen via FM te beluisteren. Een evenementenzender maakt voor een periode van maximaal een aantal weken legaal gebruik van een frequentie. RDI geeft deze tijdelijke uitzendvergunning af en stelt hier voorwaarden aan. Het gaat niet alleen om de frequentie, maar ook om maximale uitzendvermogen, het opstelpunt en maximale hoogte waarop de antennes geplaatst mogen worden. Net als bij publieke lokale omroepen wordt het vanaf september 2024 voor een evenementenzender mogelijk om hetzelfde programma gelijktijdig op FM en DAB+ uit te zenden.

Ontvangst

Want voorlopig niet gelijk wordt getrokken, is de ontvangst van DAB+ en FM. Een veel gehoorde klacht van DAB+ is dat – vooral binnenshuis – ontvangst van het radio-aanbod tegenvalt vergeleken met FM. Voor radiozenders is DAB+ geen volwaardig alternatief voor FM. Radiozenders hanteren een hybride strategie, waarbij DAB+ vooral wordt ingezet voor ontvangst buitenshuis, bijvoorbeeld in auto’s. Voor radiogebruik thuis zetten radiozenders in op online en luisteren via digitale pakketten van providers. Alleen het verhogen van het vermogen en het gebruik van meer zenders en opstelpunten kan DAB+ ontvangst verbeteren, maar door internationale afspraken met buurlanden is dat niet onbeperkt mogelijk. 

Bron: totaaltv.nl

EMV-metingen eerste kwartaal 2023 gepubliceerd

In het eerste kwartaal van 2023 heeft toezichthouder Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) in totaal 224 EMV-metingen uitgevoerd. Het ging daarbij om 11 voorlichtingsmetingen en 213 steekproefmetingen. De gemeten elektromagnetische straling lag in alle gevallen onder de blootstellingslimieten.

Tijdens een breedbandige meting worden alle aanwezige bronnen van EMV meegenomen: signalen van zendmasten, antenne-installaties op daken van alle mobiele technologieën (inclusief 5G), antennes van mobiele telefoons, C2000, radio, televisie en wifi.

Bron: antennebureau