Tag archief: small cell
Veiligheid en gezondheid small cells
Small cells mogen geen gezondheidsgevaar veroorzaken en andere apparatuur verstoren. Ze moeten, net als alle radiozendapparatuur, voldoen aan de richtlijn voor radioapparaten, de Radio Equipment Directive (RED) richtlijn. Alle small cells moeten een CE-markering hebben en voldoen aan de Europese eisen. Een fabrikant verklaart met de CE markering dat een apparaat voldoet aan de Europese regelgeving. Agentschap Telecom houdt hier toezicht op.
Verschillende zendvermogens
Een small cell heeft gemiddeld 200 meter bereik. Een operator bepaalt van te voren hoeveel zendvermogen nodig is voor het gewenste bereik (radiodekking). Die keuze hangt af van de omgeving en het verwachte gebruik. Het maximale zendvermogen kan variëren bij small cells. Bij weinig vraag zendt de small cell met minder vermogen. Zijn er veel gebruikers? Dan kan er wat meer zendvermogen uit de antenne komen.
Small cells op bushokjes en tramhaltes in Amsterdam ‘Vodafone streeft ernaar om small cells netjes te integreren in de omgeving, waar nodig en mogelijk gecamoufleerd.’ Aan het woord zijn Sander van der Zande en Jeroen de Weerd van Vodafone. ‘Een uitkomst zijn bushokjes en tramhaltes op drukke locaties in steden waar veel capaciteit wordt gevraagd. De small cell kan daarin worden ondergebracht, afgeschermd met kunststof. Een gebruiker in de buurt van de small cell gebruikt de service van deze specifieke cell. De small cells werken het beste als die service kan worden gecombineerd met service van een zendmast in de buurt’, aldus Sander en Jeroen. |
Metingen door Agentschap Telecom
De signalen van small cells bestaan uit elektromagnetische velden. Deze velden bevatten energie en kunnen het lichaam opwarmen. Voor small cells gelden dezelfde blootstellinglimieten als voor andere gsm-, UMTS- en LTE-antennes.
Resultaten metingen in Amsterdam
Op verzoek van het Antennebureau heeft Agentschap Telecom twee veldsterktemetingen gedaan in Amsterdam: bij een tramhalte aan het Rembrandtplein en bij een winkelpand aan het Rokin. Bovenop de tramhalte staat een small cell en bij het winkelpand hangt er één aan de gevel. De meetafstand tussen het meetinstrument en de small cell was 4 tot 6 meter. De veldsterkte van de small cell is met een selectieve meting vastgesteld. Tijdens deze meting wordt ingezoomd op de frequentie van de small cell. Bij de tramhalte is 2,7 volt per meter gemeten. De veldsterkte van de small cell voor de winkel was 3,5 volt per meter. Small cells zenden meestal uit op frequenties vanaf 1800 MHz. De toegestane limiet hiervoor is 58 tot 61 volt per meter.
Bron: antennebureau
Waarom small cells
Small cells zijn kleine basisstations voor mobiele communicatie. Ze hebben een klein bereik van 10 meter tot enkele honderden meters en worden zowel binnen als buiten gebruikt waar veel mensen op een relatief klein oppervlak aanwezig zijn. Ze ondersteunen de zendmasten, verlichten de druk op een mobiel netwerk en zorgen voor bereik en capaciteit op plekken waar zendmasten te kort schieten. Small cells zijn makkelijker en goedkoper te plaatsen. Het zijn kleine, niet erg opvallende kastjes. Binnen zitten small cells vaak aan het plafond, buiten op enkele meters hoogte en vastgemaakt aan muren of straatmeubilair zoals lantaarns. Binnen het bereik van een small cell maakt een mobiele telefoon automatisch gebruik van deze antenne.
Zendmast = bouwlamp; small cell = bureaulamp De samenwerking van een ‘normale’ zendmast en een small cell kun je vergelijken met die van een bouwlamp en een bureaulamp. Een bouwlamp beschijnt een bepaald gebied, maar er zijn altijd schaduwplekken. Voor extra licht op de schaduwplekken zet je bureaulampen in. |
Verschillende small cells
Er zijn verschillende small cells, namelijk femtocells, picocells en microcells. De femtocell is compact en geschikt voor gebruik in huis. Picocells (tot 100 meter) en microcells zijn vaak iets groter (100 tot 500 meter). Picocells vind je in kantoren, microcells vaak in openbare ruimtes. Daar worden ze geplaatst aan gevels, straatlantaarns en bushokjes. Waar mogelijk zijn small cells aangesloten op een bekabelde breedband internetverbinding. Soms gaat dit via een straalverbinding.
Wanneer small cells
Een small cell is mogelijk een oplossing als uit metingen of binnenkomende klachten blijkt dat het bestaande netwerk niet voldoende bereik en/of capaciteit levert.
Dat gebeurt op twee soorten plekken:
- in overdekte winkelcentra en stadions en op stadspleinen: als tijdens drukte te weinig capaciteit is om 3G/4G service te garanderen;
- op stranden en vakantieparken/campings in dunbevolkte en afgelegen gebieden: de 3G/4G dekking is soms wat minder omdat antennes daar ver uit elkaar staan en er op die plekken een verhoogde vraag is door de concentratie van gebruikers.
Bron: antennebureau
Toekomst small cells en zendmasten
Waarschijnlijk komen er steeds meer en nog kleinere antennes bij. De verwachting is dat het gebruik van mobiele communicatie sterk blijft groeien. Nóg meer (live) streaming in HD, diensten op afstand en Internet of Things-toepassingen. Dat betekent nóg meer data door de lucht en een grotere behoefte aan mobiele verbindingen. Binnen de huidige netwerken zoeken telecombedrijven hiervoor de beste manier.
Experiment: small cells in smart city concept Eindhoven
Vodafone heeft samen met Volker-Wessels Telecom de basis gelegd voor het zogeheten smart city concept op het voormalige fabrieksterrein Strijp-S in Eindhoven. Sander en Jeroen van Vodafone zijn erg enthousiast: ‘Het netwerk levert niet alleen dekking en datacapaciteit voor de bedrijven, bewoners en bezoekers van dit culturele en creatieve hart van Eindhoven. In de toekomst is met dit netwerk nog veel meer mogelijk zoals slimme verlichting en camerabeveiliging.’ Jos van Volker-Wessels Telecom over de technische details: ‘We hebben gebruik gemaakt van de aanwezige lantaarnpalen en glasvezel. De lantaarnpalen zijn voorzien van een slimme small cell. Die regelt zelf hoeveel zendvermogen en bandbreedte nodig zijn om elke gebruiker te voorzien van mobiel bereik en voldoende snelheid. Voor het plaatsen van de kastjes aan de lantaarnpalen was een omgevingsvergunning nodig. Daarnaast moest apart geregeld worden dat er overdag stroom was. Lantaarnpalen krijgen namelijk pas ’s avonds stroom’.
De inzet van small cells en nog kleinere antennes zal het aantal zendmasten voor mobiele communicatie niet verminderen. De kleine antennes ondersteunen namelijk de bestaande zendmasten.
Bron: antennebureau