Blog

Grapperhaus: mobiel breedband beoogd opvolger C2000

De opvolger van het vertraagde, nog op te leveren C2000-netwerk zal waarschijnlijk gebaseerd worden op mobiel breedband. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de antenne-infrastructuur van mobiele operators. Dat stelt minister Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) in een brief aan de Tweede Kamer.
De minister schrijft in de brief over de uitkomsten van een in april beloofde verkenning naar een mogelijke opvolger van het C2000-spraaknetwerk. De aanleiding van de verkenning was het advies van de AIVD om over te gaan naar een oplossing waarbij de afhankelijkheid van landen met een offensief cyberprogramma gericht tegen Nederlandse belangen is geminimaliseerd.

Onrust over Chinese leveranciers
Hoewel Grapperhaus geen namen noemt, is duidelijk dat het ook om China gaat, waar C2000-leverancier Hytera vandaan komt. De afgelopen anderhalf jaar is er politieke en maatschappelijke onrust ontstaan over verwevenheid tussen Chinese leveranciers van netwerktechnologie en de Chinese overheid. Er bestaat onder meer vrees voor Chinese spionage en hack-pogingen via achterdeurtjes in netwerkapparatuur van leveranciers zoals Hytera en Huawei.
Grapperhaus zei in juni al in de Tweede Kamer dat er wordt gekeken naar ‘een nieuw nieuw netwerk’. Binnen vijf jaar moet dat ‘nieuwe nieuwe net’ er staan. dat betekent dat het vertraagde C2000-netwerk op basis van apparatuur van het Chinese Hytera niet langer dan vijf jaar zal functioneren. Op advies van de AIVD werkt Justitie sindsdien aan een traject van specificatie, aanbesteding en realisatie voor een communicatiesysteem dat niet of minder draait op het Chinese Hytera. Dat leidt tot versnelde afschrijvingen en hogere kosten.

Mobiel breedband voor missiekritieke communicatie
De minister wijst op voorbeelden van andere landen waar gekozen wordt voor bestaande mobiele breedbandnetwerken voor missiekritieke communicatie van hulpdiensten (in Nederland: Politie, Brandweer, Ambulancediensten en Koninklijke Marechaussee).
‘Een internationale vergelijking laat zien dat meerdere landen kiezen voor mobiel breedband als drager voor missiekritieke communicatie. Landen als het Verenigd Koninkrijk en Finland zijn in een vergevorderd stadium van het vervangen van hun bestaande (TETRA-gebaseerde) systemen door een systeem gebaseerd op mobiel breedband waarbij gebruikt wordt gemaakt van het antennenetwerk van mobiele netwerkoperators.
Volgens Grapperhaus levert overleg met de operationele partijen over de uitgangspunten en randvoorwaarden waaraan een nieuw systeem dient te voldoen op, dat zo’n systeem gebaseerd op mobiel breedband op dit moment het meest aansluit bij de toekomstige wensen van de gebruikers.

Logische vervolgstap
‘Alles overziend ben ik van oordeel dat het nader uitwerken van de contouren van een nieuw systeem waarbij de (missiekritische) communicatie verloopt via mobiel breedband een logische vervolgstap is in het kader van deze verkenning.’ Een haalbaarheidsonderzoek de komende maanden moet de voor- en nadelen van verschillende modellen voor missiekritieke communicatie gebaseerd op mobiel breedband in beeld brengen. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de huidige situatie.
Een soortgelijke risicoanalyse is eerder ook gemaakt in het kader van het 5G-traject, onder meer bedoeld voor het aanvullen van een visie hierop van de Europese Commissie. In het haalbaarheidsonderzoek zal daarnaast aandacht zijn voor financiën, besturing en bruikbaarheid, (cyber)veiligheid, technische implicaties en juridische- en wetstechnische consequenties van een overstap naar een systeem gebaseerd op mobiel breedband.

Vijf jaar voor nieuw C2000
Grapperhaus herhaalt dat het een jaar of vijf zal duren voordat een nieuw C2000 actief kan worden. Ervaringen in het Verenigd Koninkrijk en Finland laten zien dat het om een meerjarig en langlopend traject gaat. De inzet van het haalbaarheidsonderzoek is om tevens meer inzicht te verschaffen in de duur van het traject.
In de zomer van 2020 hoopt Grapperhaus met nieuwe inzichten te komen op basis van onder meer het haalbaarheidsonderzoek.

Bron: telecompaper

Uitfasering luchtalarm tenminste een jaar uitgesteld

Minister Grapperhaus heeft besloten de uitfasering van het luchtalarm met één jaar uit te stellen. Dat schrijft Grapperhaus in een brief aan de Tweede Kamer. Oorspronkelijk was het de planning dat de sirene per 1 januari 2020 zou verdwijnen en vervangen zou worden door nieuwe instrumenten zoals NL-Alert, calamiteitenzenders en sociale media.

Afgelopen tijd zijn er een aantal incidenten geweest waarbij de nieuwe instrumenten niet optimaal bleken te werken. Naar aanleiding daarvan ontstonden zorgen in de Tweede Kamer. Volgens Grapperhaus moet er voldoende vertrouwen zijn in de robuustheid van de crisiscommunicatiemiddelen. Dat vertrouwen is er volgens Grapperhaus nog niet volledig.

Naast de incidenten waarbij de nieuwe instrumenten nog niet optimaal bleken te werken, meldt Grapperhaus dat de problemen met NL-Alert in de grensstreek door ‘roamingproblematiek’ ook nog steeds niet zijn opgelost. Op het moment dat mobieltjes van Nederlanders in de grensstreek overschakelen op het Belgische- of Duitse mobiele netwerk, ontvangen zij geen NL-Alerts in crisissituaties. Dit komt doordat NL-Alerts alleen door Nederlandse mobiele netwerken worden verspreid naar alle mobieltjes die verbonden zijn met het Nederlandse netwerk.

bron: telecompaper

EZK wil Multibandveiling in mei houden

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wil eind mei de lang vertraagde Multibandveiling houden.

Verschillende bronnen melden dat EZK half november de Veilingregeling en de ontwerpvergunningen wil publiceren en consulteren. Na die korte consultatie wordt de regeling definitief gemaakt. Het Agentschap Telecom opent dan de inschrijvingsprocedure en stelt de datum vast dat de veiling werkelijk begint – volgens de planning eind mei. Die ambitie vergt een strakke planning, zonder ruimte voor tegenvallers.

De Multibandveiling omvat 700 MHz, 1400 MHz en 2100 MHz vergunningen. De eerste twee banden zijn dan direct beschikbaar. De 2100-band is al in gebruik en zit in vergunningen met een looptijd tot 31 december volgend jaar. Er is een transitiefase nodig van de oude naar de nieuwe vergunningen, maar waarschijnlijk kan die goed worden voorbereid en snel (een kwestie van weken) worden uitgevoerd.

De drie bestaande MNO’s krijgen de verplichting om in elke gemeente dekking te bieden en een minimale downloadsnelheid te garanderen. Dat mogen ze doen met het LTE-netwerk en andere vergunningen. Mobiele operators moeten hun 4G-netwerk moderniseren en apparatuur vernieuwen om 5G in te zetten. Die upgrades zijn echter ook relevant voor 4G en dus kunnen de investeringen naar voren gehaald worden. Alom wordt verwacht dat de activering en landelijke uitrol met 5G sneller gaat dan met 4G.

Deadline in juni voor 700 MHz
EZ is al in 2016 begonnen met de voorbereidingen op deze veiling, maar heeft door een reeks tegenvallers een reeks deadlines gemist. De tijdsdruk loopt op: de Europese Commissie verplicht dat alle lidstaten voor 30 juni 2020 de 700 MHz-band hebben uitgegeven. Brussel heeft al een formeel onderzoek geopend, omdat Nederland niet op tijd een gedetailleerd stappenplan gereed had.
De Veilingregeling wordt kort geconsulteerd, namelijk zes weken, voordat die definitief wordt gemaakt. Daarna komt een stappenplan, waarin het Agentschap Telecom de inschrijving opent en checkt welke deelnemers worden toegelaten tot de veiling, die dan eind mei moet beginnen. Dit gaat dan in een hoog tempo. Bij de Multibandveiling van 2012 zaten er 52 weken tussen het moment dat de veilingregeling definitief werd en de echte afloop: de ingangsdatum van de nieuwe vergunningen. Staatssecretaris Keijzer heeft eerder gezegd dat dit negen maanden ging kosten. Dat moet nu echter worden verkort naar een maand of drie.

Kans op nieuwe tegenvallers
In dat scenario zitten nog steeds enkele risico’s. Eén daarvan is de behandeling in het parlement. Bij de veilingen van 2010 en 2012 is daar zoals bekend veel tijd in gaan zitten. Keijzer heeft de Tweede Kamer daar ook al voor gewaarschuwd, maar het parlement bepaalt zijn planning. Een ander risico is dat marktpartijen naar de rechter stappen. En: eerder dit jaar bleek dat het ministerie van Financiën verwacht dat de opbrengst van de vergunningen (te) laag uitvalt.

Verder zijn er externe factoren die het voor de mogelijke deelnemers lastig te maken om te bepalen wat hun strategie in deze Multibandveiling is. De operators willen 700 MHz om 5G te lanceren, maar de 3,5 GHz band is waar het voor 5G werkelijk om draait. Over die volgende veiling is nog de nodige onzekerheid. Daarnaast speelt de discussie over de beveiliging van 5G. Als er beperkingen worden gesteld aan de keuze voor Chinese leveranciers, dan kan dat aanzienlijke gevolgen hebben voor de uitrol.

FCC keurt T-Mobile en Sprint fusie goed

De Federal Communications Commission heeft haar goedkeuring bevestigd voor de overname van Sprint door T-Mobile US. Daarmee worden de derde en vierde grootste mobiele operator in de VS zijn samengevoegd. Aan de goedkeuring zitten een aantal voorwaarden, waaronder de verplichting om de breedband dekking in de VS uit te breiden.
De FCC zei dat bij de goedkeuring van de fusie ook het algemeen belang is meegewoge omdat er het fusiebedrijf een aanzienlijke uitbreiding van 5G-diensten in de VS zal ondersteunen. T-Mobile en Sprint hebben binnen drie jaar toegezegd om 5G-dekking te bieden voor 97 procent van de bevolking, uitgebreid tot 99 procent binnen zes jaar. Dit omvat ook 5G-dekking voor 85 procent van de landelijke gebieden binnen drie jaar en 90 procent binnen zes jaar.
De bedrijven beloofden ook dat binnen zes jaar 90 procent van de bevolking, inclusief tweederde van alle landelijke gebieden, toegang zal hebben tot mobiele diensten met snelheden van minimaal 100 Mbps. In totaal zal 99 procent van de totale bevolking, inclusief 90 procent van de bevolking in landelijke gebieden, toegang krijgen tot minimaal 50 Mbps. Een onafhankelijke partij zal snelheidstests uitvoeren om te controleren of de bedrijven aan de verplichtingen voldoen. Als dit niet het geval is, kunnen boetes over een periode van zes jaar oplopen tot USD 2 miljard.

Geen concurrentieproblemen
Wat de mededingingsbezwaren betreft, zei de Commissie dat zij verwacht dat de deal de concurrentie op het platteland van Amerika en tussen “kwaliteitsbewuste consumenten” zou versterken, zowel voor de particulier als zakelijke breedband markt. Met de geplande verkoop van Sprint’s prepaid merk Boost Mobile wordt volgens de FCC het risico op verminderde concurrentie in stedelijke gebieden ondervangen.
De fusie bedrijven worden nog steeds geconfronteerd met een rechtszaak uit enkele staten die vanwege mededingingsbezwaren hebben geweigerd de fusie goed te keuren; deze zaak zal naar verwachting op 9 december van start gaan. In een SEC-aanvraag zei T-Mobile dat 19 staten de deal hebben gesteund en 18 landen al hun goedkeuring hebben gegeven, en het blijft in gesprek met de anderen om te proberen steun te krijgen. Het doel is om de fusie begin 2020 te beëindigen.

Bron: telecompaper

EU: nieuwe bedreigingen voor 5G-netwerken snel aanpakken

De uitrol van 5G-netwerken zorgt voor nieuwe bedreigingen en kwetsbaarheden waarvoor tijdig maatregelen genomen moeten worden. De toenemende afhankelijkheid van mobiele operators van een beperkt aantal netwerkleveranciers kan de risico’s van cyberaanvallen, al dan niet gesteund door staten, doen toenemen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een rapport van de EU-lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Agentschap voor cyberveiligheid (ENISA).

De gecoördineerde EU-risicobeoordeling over cyberveiligheid in 5G-netwerken is volgens de EU een belangrijke stap in de uitvoering van een aanbeveling van de Commissie die in maart 2019 is aangenomen. De EC stelde toen maatregelen voor om een hoog niveau van cyberbeveiliging van 5G-netwerken in de EU te waarborgen. Daarop hebben EU-lidstaten een eigen risicobeoordeling gemaakt die mede als basis voor het rapport is gebruikt.
Dit gebeurde mede naar aanleiding van alle commotie die is ontstaan over de veiligheid van netwerken van Chinese leveranciers zoals Huawei en ZTE, met name aangewakkerd door de VS. Overigens worden er geen namen van netwerkleveranciers of landen genoemd, maar in het recente verleden is met name op China, Rusland en Noord-Korea gewezen als statelijke actoren die kwaadwillende hackerscollectieven ondersteunen of zelfs aansturen.

In Nederland worden vooralsnog geen maatregelen getroffen om met name Huawei te weren, ondanks zorgen hierover bij de Tweede Kamer. Wel heeft KPN besloten om de netwerkleverancier bij de aanleg van een 5G-netwerk alleen randapparatuur te laten leveren, niet de kern van het netwerk. Dit geldt ook voor landen als het Verenigd Koninkrijk, waar de overheid dit heeft besloten. Eerder dit jaar was er nog ophef over potentiële spionage met behulp van Huawei-apparatuur via de klantsystemen van operators zoals KPN.

Solide risico-aanpak, preventie
Het belang van een solide risico-aanpak en preventieve maatregelen ter bescherming van 5G-netwerken zijn volgens het rapport een must. Deze netwerken vormen de toekomstige ruggengraat van steeds meer gedigitaliseerde economieën en samenlevingen. Miljarden verbonden objecten en systemen zijn betrokken, ook in kritieke sectoren zoals energie, transport, bankwezen en gezondheid, evenals industriële controlesystemen die gevoelige informatie bevatten en veiligheidssystemen ondersteunen.
Het waarborgen van de veiligheid en veerkracht van 5G-netwerken op EU- en nationaal niveau is daarom van essentieel belang, aldus de opstellers van het rapport. De inhoud is gebaseerd op de resultaten van de nationale cyberveiligheidsbeoordelingen door alle EU-lidstaten. Het identificeert de belangrijkste bedreigingen en bedreigingsactoren (zoals hackerscollectieven, al dan niet door staten gesteund), de meest gevoelige activa, de belangrijkste kwetsbaarheden (inclusief technische en andere soorten kwetsbaarheden) en een aantal strategische risico’s.

Aantal belangrijke veiligheidsuitdagingen
Het rapport identificeert een aantal belangrijke beveiligingsuitdagingen in 5G-netwerken, vergeleken met de situatie in bestaande (4G)-netwerken. Deze beveiligingsuitdagingen komen vooral voort uit:
Belangrijke innovaties in de 5G-technologie (die ook een aantal specifieke beveiligingsverbeteringen opleveren), met name het belangrijke deel van software (SDN) en het brede scala aan diensten en toepassingen die mogelijk worden door 5G;
De rol van leveranciers bij het bouwen en exploiteren van 5G-netwerken en de mate van afhankelijkheid van individuele leveranciers.
Als veiligheidsrisico’s worden genoemd:
Een verhoogde blootstelling aan aanvallen en meer potentiële toegangspunten voor aanvallers: met 5G-netwerken die steeds meer software-gebaseerd zijn, worden risico’s van grote beveiligingsfouten, (zoals risico’s die voortvloeien uit slechte softwareontwikkelingsprocessen bij leveranciers), steeds belangrijker. Ze kunnen het voor bedreigingsactoren (zoals hackers) ook makkelijker maken om zelf achterdeuren in producten te bouwen en ze moeilijker te vinden maken.
Vanwege nieuwe kenmerken van de 5G-netwerkarchitectuur en nieuwe functionaliteiten worden bepaalde netwerkapparatuur of -functies gevoeliger, zoals basisstations of belangrijke technische beheerfuncties van de netwerken.
Een verhoogde blootstelling aan risico’s in verband met de afhankelijkheid van mobiele operators van een beperkt aantal netwerkleveranciers. Dit zal ook leiden tot een groter aantal aanvalspaden die kunnen worden uitgebuit door bedreigingsactoren en de potentiële ernst van de impact van dergelijke aanvallen vergroten. Van de verschillende potentiële actoren worden niet-EU-staten of door de staat gesteunde hackergroepen beschouwd als de ernstigste en meest waarschijnlijke doelgroepen van 5G-netwerken.
In deze context van verhoogde blootstelling aan door leveranciers gefaciliteerde aanvallen, zal het risicoprofiel van individuele leveranciers bijzonder belangrijk worden, inclusief de kans dat de leverancier wordt beïnvloed door een niet-EU-land.
Verhoogde risico’s door grote afhankelijkheden van leveranciers: een grote afhankelijkheid van één enkele leverancier verhoogt blootstelling aan de mogelijke onderbreking van levering van benodigde netwerkcomponenten – zoals door productieproblemen – en de gevolgen daarvan. Het verergert ook de potentiële impact van zwaktes of kwetsbaarheden in software, en van hun mogelijke uitbuiting door bedreigingsactoren, met name wanneer de afhankelijkheid betrekking heeft op een leverancier met een hoog risico.
Bedreigingen voor de beschikbaarheid en integriteit van netwerken zullen grote beveiligingsproblemen worden: naast vertrouwelijkheids- en privacy-bedreigingen worden 5G-netwerken naar verwachting de ruggengraat van vele kritieke IT-toepassingen, maar de integriteit en beschikbaarheid van die netwerken zullen grote nationale beveiligingsproblemen worden en een grote veiligheidsuitdaging vanuit EU-perspectief.

Nieuwe beoordeling beveiligingskader mobiele sector
Samen vormen deze uitdagingen een nieuw veiligheidsparadigma, waardoor het noodzakelijk is het huidige beleids- en beveiligingskader voor de mobiele sector en het omringende ecosysteem opnieuw te beoordelen. Het is volgens het rapport essentieel voor EU-lidstaten om de nodige mitigerende maatregelen te nemen.
Om het rapport van de lidstaten aan te vullen, is het European Agency for Cybersecurity (ENISA) bezig met het verder in kaart brengen van het dreigingslandschap met betrekking tot 5G-netwerken, waarin bepaalde technische aspecten die in het rapport worden behandeld, nader worden bekeken.
Tegen 31 december 2019 moet de samenwerkingsgroep overeenstemming bereiken over een reeks instrumenten met mitigerende maatregelen om de geïdentificeerde cyberveiligheidsrisico’s op nationaal en EU- niveau aan te pakken.
Tegen 1 oktober 2020 moeten de lidstaten – met de Commissie – de effecten van de aanbeveling beoordelen om te bepalen of verdere actie nodig is. Bij deze beoordeling moet rekening worden gehouden met de resultaten van de gecoördineerde Europese risicobeoordeling en met de effectiviteit van de maatregelen.

Bron: telecompaper

‘5G-antennes verrommelen straatbeeld’ Gemeenten keren zich tegen verplichting straatmeubilair open te stellen voor 5G-infrastructuur.

Zeker tien gemeenten hebben bezwaar aangetekend tegen de voorgestelde aanpassing van de telecomwet waarin telecomaanbieders toegang moeten krijgen tot straatlantaarns, stoplichten en gemeentegebouwen om hun 5G-antennes in te verwerken.

De gemeenten vrezen een verrommeling van het straatbeeld en protesten van burgers als gevolg van de veronderstelde toename van gezondheidsrisico’s. Dat blijkt uit een inventarisatie die het Financieele Dagblad (fd.nl) heeft gemaakt naar aanleiding van een consultatieronde.

Naast de genoemde bezwaren zien de gemeenten ook problemen met het beheer van de gemeentelijke infrastructuur. Wat gebeurt er als er een bushokje moet worden verplaatst waarop een 5G-antenne is geplaatst? Een toename van de administratieve lasten en dus extra kosten.

Weinig behoefte aan bushokjes
De telecomaanbieders denken dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. De forse uitbreiding van het aantal antennes is alleen noodzakelijk wanneer op grote schaal van de hoogste frequentie (26 GHz) gebruikt gemaakt wordt. Dat zijn ze niet van plan. Alleen op heel drukke punten en bijvoorbeeld bij evenementen is de inzet van de extra capaciteit die 26 GHz biedt, van belang. Voor de overige 5G-toepassingen komen frequenties beschikbaar die in veel gevallen met antennes op de bestaande opstelpunten kunnen worden gebruikt.

Het gebruik van straatmeubilair is ook niet aantrekkelijk voor de telecomaanbieders, zo is gebleken uit praktijkproeven. De projectleider 5G van Vodafone zegt in het FD eens dagen gezocht te hebben naar een ‘small cell’-antenne die was geplaatst in een lantaarnpaal. De paal was omver gereden. De voorkeur gaat uit naar opstelpunten waarvan de infrastructuur in eigen beheer is.

Bron: agconnect.nl

Focus 5G: Elektromagnetische stralingsstandaarden overal onderwerp van discussie

De landelijke demonstratie tegen 5G van maandag 9 september, bestaand uit een protestmars in Den Haag, trok enkele honderden deelnemers. Het duurt nog even voordat 5G in Nederland op commerciële basis en landelijk dekkend aanwezig is en de protesten zijn daarom waarschijnlijk nog kleinschalig. Verwacht mag worden dat dit gaat toenemen als 5G realiteit wordt.
De straling van de nieuwe mobiele technologie wordt door de overheid vanzelfsprekend serieus genomen, zoals dat ook in andere landen gebeurt. De Franse autoriteiten kondigden begin deze maand een marktconsultatie aan over voorgestelde wijzigingen in de ANFR-richtlijnen voor het meten van blootstelling aan elektromagnetische straling op mobiele netwerken. Het doel is om de procedures voor nieuwe 5G-spectrumbanden bij te werken.
De consultatie focust op het gebruik van de 3,4-3,8 GHz band, die op korte termijn wordt opengesteld voor 5G-diensten, en nieuwe technieken als TDD en beamvorming die de mate van blootstelling en meetbaarheid veranderen. De mmWave banden, op 26 GHz en hoger, zullen in een later stadium worden meegenomen.

Poolse toezichthouder wil hogere stralingsnormen
De Poolse toezichthouder pleit juist voor een verhoging van de elektromagnetische stralingsstandaarden, omdat de huidige beperkingen de ontwikkeling van 5G in het land in de weg staan. De Poolse standaard ligt op 0,1 W per vierkante meter, wat veel lager ligt dan in veel andere Europese landen met stralingsnormen van 7 of 8 W per vierkante meter. Als de norm in Polen niet omhoog gaat, dan zou de interesse in de 5G-spectrumveiling wel eens kunnen tegenvallen, zo gaf de president van toezichthouder UKE aan.
Eerder dit jaar werd dit al eens aangekaart, maar tot dusverre zonder verandering in het beleid.
Niet alleen in Polen, ook in België zijn soortgelijke geluiden te horen. De regering van het Brussels gewest krijgt regelmatig kritiek over de lage normen die het hanteert met betrekking tot mobiele stralingen. Ook daar werd al gewaarschuwd voor een achterstand waar het om de toekomst van 5G gaat.

Nieuwe meettechnieken
In april publiceerde de International Electrotechnical Commission (IEC) een technisch rapport dat de blootstelling van mensen aan radiofrequentievelden in de buurt van basisstations evalueert. Daarbij is ook gekeken naar het effect van 5G-basisstations en small cells. Het rapport is bedoeld voor facility managers, gebouweigenaren en overheden en lokale gemeenschappen, die het kunnen gebruiken om hun eigen netwerken en basisstations correct te testen.
In het eerste kwartaal van 2019 mat het Agentschap Telecom op dertien locaties wat de straling bij zendmasten (niet 5G) was. In alle gevallen bleek volgens het Antennebureau dat de straling ver onder de strengste norm (28 V/m, volt per meter) zit.

Zorgen onder Nederlanders onderzocht
Telecompaper ondervroeg eerder dit jaar het publiek hoe het aankijkt tegen mogelijke gezondheidsrisico’s door straling die elektromagnetische velden rondom 5G-antennes kunnen veroorzaken. We ondervroegen via het Consumer Insights-panel ruim 900 respondenten en zagen onder andere dat ruim de helft van de respondenten zich (helemaal) geen zorgen maakt. 27 procent maakt zich een beetje zorgen. 5 procent maakt zich erge zorgen.

5G-straling is onderwerp van discussie tijdens Telecom Insights
Op 28 november organiseert Telecompaper het congres Telecom Insights dat volledig in het teken staat van de impact van 5G in Nederland. In de break-out sessie City wordt ingegaan op het vraagstuk elektromagnetische straling.

Bron: telecompaper

Focus 5G: Vodafone wil 5G network sharing deals in alle markten, Nederlandse operators wachten nog af

Vodafone is in meerdere landen actief de samenwerking aan het zoeken met zijn concurrenten voor wat betreft 5G netwerk sharing. In Spanje heeft het eind april een overeenkomst getekend met Orange. De overeenkomst voorziet in afspraken met betrekking tot het delen van zowel het radiotoegangsnetwerk als backhaul in steden met een bevolking van maximaal 175.000 mensen. De twee partijen hadden al een network sharing overeenkomst voor gemeenten tussen 1.000 en 25.000 mensen. Twee derde van de Spaanse bevolking zal nu worden gedekt door Vodafone en Orange’s gedeelde netwerk.
De overeenkomst met Orange in Spanje is in grote lijnen gelijk aan overeenkomsten die Vodafone in het Verenigd Koninkrijk en Italië sloot met respectievelijk Telefonica en TIM.
In januari van dit jaar maakten Vodafone en Telefonica plannen bekend voor de uitbreiding van hun mobiele site joint venture Cornerstone (CTIL) in het Verenigd Koninkrijk. Met de uitrol van 5G-infrastructuur werden de uitgangspunten van de joint venture vernieuwd. Eind juli kregen de plannen hun definitieve vorm. Binnen de overeenkomst zullen de bedrijven, naast het delen van de masten, tevens gezamenlijk werk maken van de glasvezelconnectiviteit die de mobiele backhaul verzorgt.

Deal met Telecom Italia
In Italië leverden de onderhandelingen met Telecom Italia (TIM) eveneens eind juli een getekende overeenkomst op. TIM en Vodafone tekenden een overeenkomst om hun respectievelijke mobiele toreninfrastructuur samen te voegen en gezamenlijk 5G-netwerken in te zetten in zowel stedelijke als rurale gebieden in heel Italië. Ook voor deze deal geldt dat het een vervolg is op een eerdere overeenkomst, waarbij 5G-technologie efficiënter en goedkoper uitgerold kan worden over een groter geografisch gebied. Net als in het VK en Spanje is de backhaul connectiviteit van de masten via glasvezel in de overeenkomst opgenomen.
Vooralsnog blijft het aantal 5G-samenwerkingsverbanden van Vodafone beperkt tot deze drie, niet toevalling landen waarin voorzichtig een start is gemaakt met 5G. Vodafone Group heeft in het verleden echter te kennen gegeven dat het in alle markten waarin het actief is, network sharing deals wil optuigen. De uitrol van 5G vergt grote inspanningen, helemaal in de grotere landen. Vodafone geeft aan dat het op deze manier veel sneller een geografisch veel groter gebied kan voorzien van 5G-dekking.

Proximus en Orange
De intentieverklaring tussen Proximus en Orange in België laat zien dat dit ook mogelijk is in landen met een kleiner oppervlak (). Beide bedrijven verwachten later dit jaar een network sharing overeenkomst te tekenen. Het delen van de mobiele toegangsnetwerken door Proximus en Orange Belgium zal een snellere en bredere uitrol van 5G in België mogelijk maken, zo stellen beide bedrijven. Daarbij zullen ook de 2G-, 3G- en 4G- technologieën betrokken zijn. Het gedeelde netwerk zal volgens beide bedrijven de dekking verbeteren, met een geconsolideerd aantal mobiele sites dat naar verwachting ongeveer 20% hoger zal liggen in vergelijking met het huidige radiotoegangsnetwerk van elke mobiele aanbieder afzonderlijk. In Nederland hebben de operators eerder dit jaar echter laten weten vooralsnog weinig te zien in zo’n vorm van samenwerking.

Bron: telecompaper

Duitse overheid ontwikkelt verbeterplan voor mobiele dekking

De Duitse minister van Infrastructuur Andreas Scheuer (CSU) plant een “totale strategie” om de mobiele dekking in landelijke gebieden van het land te verbeteren, meldt DPA. Dit zou een sneller proces moeten omvatten voor het verkrijgen van antennevergunningen en het beschikbaar stellen van openbare infrastructuur voor telecomproviders, aldus het ministerie.
De overheid wil ook dat exploitanten meer samenwerken op locaties, om de bezorgdheid onder bewoners te verminderen. Het maatregelenpakket wordt momenteel ontwikkeld. In de komende weken zou de regering over het pakket aan maatregelen moeten gaan stemmen, aldus de berichtgeving.

Het doel is om de vele witte vlekken in mobiele dekking te verhelpen en verder te gaan dan eerdere inspanningen van operators, zei het ministerie. Dit omvat ook een verbetering van de dekking langs spoorlijnen, waarvoor EUR 50 miljoen aan financiering beschikbaar is gesteld.
Ongeveer 17.000 federale bezittingen, 5.000 beveiligingsinstanties en 120.000 elementen van het Duitse equivalent van Rijkswaterstaat zijn geïdentificeerd als toegankelijk voor nieuwe mobiele sites. Op die locaties kunnen netwerkexploitanten versnelde goedkeuring en gunstige voorwaarden verkrijgen voor het plaatsen van antennes.

 

Born: telecompaper

MNO’s waarschuwen voor verzadigd 4G-netwerk in Brussel

Het 4G-netwerk in Brussel raakt in 2022 verzadigd, schrijft de krant Le Soir. De branchevereniging van Belgische telecomaanbieders, Agoria, voorspelt dat de vraag naar mobiel internet zo sterk groeit, dat de netwerken in de hele stad overbelast raken.
In een aantal Brusselse wijken raken de grenzen al in het zicht. De somberste vooruitzichten zijn voor het hart van het centrum: rond de Beurs en De Brouckère en de districten rondom de stations Brussel Midi en Brussel Noord, waar Proximus zijn hoofdkantoor heeft staan.
Le Soir citeert expert die zeggen dat het bijplaatsen van mobiele sites in theorie een oplossing is, maar in de praktijk niet. Het is te lastig om nieuwe opstelpunten te vinden, met alle eisen aan welstand, onwillige verhuurders en kritische bewoners. De gemeentelijke heffingen op masten spelen ook een rol.

Bron: telecompaper