Categorie archief: Vodafone

Telenet zet zendmasten officieel in de etalage

De telecomspeler Telenet maakt van zijn kwartaalcijfers gebruik om de schuiven met persberichten te legen. De Bel20’er bevestigt dat hij de toekomst van zijn zendmasten bekijkt én dat hij een akkoord met Fluvius heeft over de uitrol van een glasvezelnetwerk.

Daarmee bevestigt Telenet nieuws dat eerder deze maand al uitlekte. Toen was al duidelijk dat Telenet-moeder Liberty Global het zendmastenpark in België – Telenet beschikt over 3.311 sites, waarvan 2.145 in eigen eigendom – te gelde wilde maken. De verkoop ervan kan 500 à 600 miljoen euro opbrengen.

In een persbericht heeft Telenet het over ‘een strategische review’ en een preliminaire marktbevraging, ’te midden van de sterke vraag naar telecominfrastructuur in het algemeen en mogelijke bredere strategische transacties voor de groep’. Daarmee lijkt het bedrijf erop te hinten dat een verkoop van het zendpark een rol kan spelen in de financiering van grote overnames. Telenet is in de running voor de overname van de Waalse kabelaar VOO.

Beleggers lopen al enige tijd storm voor zendmasten, die de telecomoperatoren maar al te graag te gelde maken. Het Britse Vodafone bracht zijn zendmasten, 82.000 in tien landen, in maart als een aparte divisie naar de beurs van Frankfurt. Het Franse Orange splitste in februari 25.500 sites in Frankrijk en Spanje af in het onafhankelijke TOTEM.

Dat zendmasten een verborgen goudmijn voor mobiele operatoren zijn, komt omdat grote beleggers in tijden van nulrente op zoek zijn naar bronnen van vast rendement. Infrastructuur die op lange termijn verhuurd kan worden, zoals zendmasten, is zo’n bron van rendement.

Bovendien heeft het afsplitsen van de zendmasten voordelen voor de operatoren zelf. Ze kunnen in één keer cashen op de waarde van de masten en het onderhoud ervan overlaten aan een meer gespecialiseerde partij. Alleen de eigenlijke antennes en andere ‘kritische’ infrastructuur houden ze zelf in handen. Ook voor infrastructuurbedrijven zijn masten interessant. Volgens een studie van de consultant EY en de vakorganisatie EWIA kan een gespecialiseerde beheerder een site 40 procent efficiënter runnen dan een telecomoperator.

Fluvius

Behalve voor grote overnames kan het geld van de zendmasten ook dienen voor een upgrade van het netwerk. Ook daarin lijkt schot in de zaak te komen. Telenet laat weten dat het een ‘niet-bindende intentieverklaring’ heeft getekend met Fluvius over de gezamenlijke uitrol van een hoog performant glasvezelnetwerk.

De twee lieten in de zomer van vorig jaar al weten te praten over ‘het datanetwerk van de toekomst’. De twee spreken nu hun intentie uit om daar samen een afzonderlijk bedrijf voor op te richten – een NetCo in telecomjargon – waarin beide bedrijven zowel hun bestaande als toekomstige glasvezelinfrastructuur onderbrengen. Ook het HFC-netwerk – wat staat voor Hybrid Fiber-Coax, een hybride van glasvezel en klassieke kabel – van Telenet zal mee deel uitmaken van de NetCo.

De beide bedrijven benadrukken dat ze hun netwerk volledig willen openstellen en dat ze openstaan voor meerdere partnerschappen met extra financiële of strategische partijen. De twee verwachten tegen het voorjaar van 2022 de overeenkomst bindend te maken en de gezamenlijke plannen te beginnen uitrollen.

Verhoogde verwachtingen

De twee nieuwtjes komen in de marge van de kwartaalcijfers, die licht onder de verwachtingen uitkomen. Met een omzet van 640,6 miljoen euro in het derde kwartaal blijft Telenet onder de analistenlat, die op meer dan 644 miljoen euro lag. Ook de rendabiliteit hinkt wat achter op de verwachtingen, met een bruto bedrijfswinst die met 1 procent daalt naar 338,4 miljoen euro. De analisten hadden een kleine klim voorspeld.

Ondanks die misser scherpt Telenet de eigen jaarverwachtingen enigszins aan. Het voorspelt dat de winst – Telenet heeft het over ‘rebased adjusted ebitda’ – aan de bovenkant van de eerder gegeven groeivork van 1 à 2 procent zal uitkomen.

De aandeelhouders mogen na dit derde kwartaal al rekenen op een tussentijds bruto dividend van 1,375 euro per aandeel en een aandeleninkoopprogramma tot 45 miljoen euro, goed voor de inkoop van 1,1 miljoen uitstaande aandelen.

bron: tijd.be

Smart City Nederland-model maakt openbare ruimte duurzamer en slimmer

Nederland telt maar liefst 3,5 miljoen lantaarnpalen. Investment Manager Primevest Capital Partners ontwikkelde samen met de BNG Bank het Smart City Nederland-samenwerkingsmodel, dat de openbare ruimte veel duurzamer en slimmer maakt. Zo voldoen gemeenten in één klap aan de energiebesparingsdoelen voor 2030. Bovendien leveren de vernieuwde lichtmasten extra inkomsten op, dankzij nieuwe slimme functies.

Primevest Capital Partners kwam in 2017 via een management buy-out voort uit Bouwfonds Investment Management en investeert onder andere in parkeergarages, woningen én communicatie-infrastructuur. Gewapend met veel ervaring en kennis van de telecommunicatiesector, werd Visser zes jaar geleden aangetrokken om het Primevest Communication Infrastructure Fund een extra boost te geven. “Een van de resultaten is het Smart City Nederland-model, dat we samen met technologie- en servicepartners hebben ontwikkeld op het snijvlak van technologie, verduurzaming en openbare ruimte,” legt hij uit. “We richten ons specifiek op gemeenten. Zij zijn immers de eigenaren en beheerders van de openbare verlichting in Nederland, die bestaat uit 3,5 miljoen lantaarnpalen.”

Tempo moet omhoog

Verreweg de meesten van die lichtmasten, zoals ze in vakjargon heten, zijn volgens Visser ‘tamelijk domme dingen’. “Ze gaan ’s avonds aan en ’s ochtends uit, kunnen niet worden gedimd in de nachtelijke uren en kosten gemeenten geld. Momenteel is nog maar tien tot vijftien procent van alle lichtmasten in Nederland verduurzaamd. Conform het Klimaatakkoord moet dat in 2030 minimaal vijftig procent zijn. Veel gemeenten zitten in een soort spagaat: ze weten dat het verduurzamingstempo omhoog moet, maar de budgetten voor openbare verlichting zijn vaak te laag.”

Met het Smart City Nederland-model biedt Primevest Capital Partners een oplossing die lichtmasten promoveert tot ‘sleutel tot een slimme en duurzame stad’. Visser: “Door in de eerste fase te kiezen voor lichtmasten die zijn voorzien van dimbare LED-verlichting, wordt een energiebesparing gerealiseerd die kan oplopen tot tachtig procent. Gemeenten voldoen in één klap aan de Klimaatakkoord-doelen voor 2030 en zijn bovendien voortaan veel minder geld kwijt aan openbare verlichting.”

Tweede, slimme functie

In de tweede fase krijgt ongeveer 2,5 procent van alle verduurzaamde lichtmasten in een gemeente ook nog eens een tweede, slimme functie. “De mogelijkheden zijn legio,” verzekert Visser. “De lichtmasten kunnen bijvoorbeeld ook worden gebruikt als laadpaal voor elektrische auto’s, voor sensormetingen in het kader van de nieuwe Omgevingswet, om gratis wifi in bijvoorbeeld een stadshart mogelijk te maken én als 5G-antenne-opstelpunt. Volgens planning gaat de overheid volgend jaar de resterende twee frequenties voor 5G mobiel internet veilen. Dat betekent dat telecomaanbieders het 5G-netwerk verder gaan uitrollen, via duizenden antennes op een hoogte van vier tot acht meter. Dat is veel lager dan de traditionele hoge 3G/4G-telecommasten.”

Alleen laadpalen en 5G-antennes zorgen al voor een enorme extra druk op de openbare ruimte, ook ondergronds, die kan worden verminderd door gebruik te maken van objecten die er al in groten getale staan: lichtmasten. Visser: “Door ze te verduurzamen en te verslimmen, sla je meerdere vliegen in één klap. Het mooie voor gemeenten die met ons in zee gaan, is dat ze zelf economisch en juridisch eigenaar blijven van de nieuwe lichtmasten. Ze houden volledige regie & zeggenschap over de verduurzaming en de verslimming van de openbare buitenruimte, maar worden tegelijkertijd volledig door ons ontzorgd.”

Unieke financiering

Aan de basis van het Smart City Nederland-model ligt volgens Visser een unieke financiering in samenwerking met BNG Bank, die wordt gekenmerkt door een zeer lage rente en die gemeenten in staat stelt eigenaar te zijn en blijven van de duurzame en slimme openbare verlichting. “Dat de nieuwe lichtmasten efficiënter zijn en op afstand kunnen worden aangestuurd en gemonitord, levert bovenop de energiereductie een gemiddelde besparing op de onderhoudskosten op van minimaal vijftien procent. Een essentieel onderdeel van de exploitatieovereenkomst vormen ook de meeropbrengsten die worden gegenereerd voor gemeenten, door de lichtmasten te verhuren aan telecomaanbieders en laadpaalexploitanten. Daarbij zijn combinatiemogelijkheden heel goed mogelijk: in een lichtmast die als laadpaal wordt gebruikt, kun je ook de antennes kwijt van maximaal twee telecomproviders.”

Voor het verdienmodel maakt de omvang van een gemeente volgens Visser niet uit. “Het valt heel snel rond te rekenen. Gemeenten kunnen niet alleen een enorme verduurzamingsslag maken, maar ook opbrengsten genereren met hun lichtmasten. Dit mag een marktconforme vergoeding zijn. Dat blijkt echt wennen voor ze. Gemeenten weten niet beter dan dat lichtmasten geld kosten, dat doen ze al tachtig, negentig jaar. Nog los van de andere voordelen maakt het Smart City Nederland-model het voor het eerst mogelijk om er geld aan te verdienen. Vergelijk het met een appartement, dat eigendom blijft van de gemeente maar dat door ons samen met de gemeente wordt verhuurd. Waarbij de risico’s van afhakende of niet-betalende huurders helemaal voor ons zijn.”

Eerste gemeente: Renkum

Een half jaar voor de coronapandemie de wereld op z’n kop zette, was Renkum de eerste gemeente in Nederland die voor het Smart City Nederland-model koos. Visser: “Alle 6.300 lichtpunten zijn inmiddels vervangen door duurzame exemplaren, wat een energiebesparing van maar liefst 79 procent heeft opgeleverd. Momenteel zijn we bezig met het toevoegen van nieuwe, slimme functies. Rond het Airborne Museum in Oosterbeek is bijvoorbeeld cameratoezicht geïmplementeerd vanuit de lichtmasten. Dat is ook op bedrijfsterreinen mogelijk, met naast een toename van de veiligheid als bijkomend voordeel dat het ondernemers en organisaties een lagere verzekeringspremie oplevert. En in het najaar worden de eerste laad/lichtmasten gerealiseerd: lichtmasten die ook als EV-laadpaal kunnen worden gebruikt.”

Hoewel het Smart City Nederland-model heel makkelijk kan worden opgeschaald, gaat de uitrol van het concept volgens Visser langzamer dan Primevest Capital Partners bij de introductie in de zomer van 2019 had gehoopt. “Een belangrijke oorzaak is uiteraard corona: opeens konden we niet meer langskomen op het gemeentehuis om het concept toe te lichten, maar moesten we ons verhaal via Teams vertellen. Daar komt bij dat veel gemeenten in 2015 veel extra taken op het gebied van Wmo, Participatiewet en Jeugdwet hebben gekregen en daardoor moeite hebben om de begroting rond te krijgen. De verduurzaming van lichtmasten is vaak een sluitpost op de gemeentelijke begroting. Daarnaast wordt vanuit de diverse gemeentelijke afdelingen op verschillende wijze naar de openbare ruimte gekeken, op manieren die niet per definitie synchroon lopen.”

‘Transformatie in de slimme stad’

In de wetenschap dat er wat corona betreft licht lijkt aan het einde van de tunnel, merkt Visser de laatste tijd wel dat gemeenten in beweging beginnen te komen. “Ze moeten ook wel, want terwijl de klok doortikt komt er op het gebied van het verduurzamen en verslimmen van de gebouwde omgeving gigantisch veel op ze af. De nieuwe Omgevingswet begint bijvoorbeeld zijn schaduw vooruit te werpen en de roep om nieuwe EV-laadpunten wordt steeds luider. Heel belangrijk is dat we samen met onze technologie- en servicepartners richting gemeenten consequent hetzelfde verhaal blijven vertellen. Dat gaan we bijvoorbeeld weer doen tijdens het congres ‘De Slimme Stad van Morgen begint Vandaag’, op 16 september 2021 in Utrecht, waar naast vastgoedprofessionals, ontwikkelaars en architecten ook veel vertegenwoordigers van gemeenten bij aanwezig zullen zijn.”

Nieuw voor Visser was dat hij zijn heldere verhaal over het Smart City Nederland-model nu eindelijk kon onderbouwen met de positieve ervaringen die in de gemeente Renkum worden opgedaan. “Ik moet bekennen dat ik zelf ook nog soms wordt verrast door wat er nu al mogelijk is om de slimme stad van morgen te realiseren. Heel veel verkeersbewegingen in binnensteden worden bijvoorbeeld veroorzaakt door automobilisten die op zoek zijn naar een vrije parkeerplaats. Als je lichtmasten voorziet van sensoren die registreren waar die lege plekken zich bevinden, scheelt dat heel veel uitstoot van schadelijke stoffen en verkeersdrukte met uiteindelijk dus een duurzame, slimme én leefbare binnenstad als resultaat.”

Bron: vastgoedmarkt.nl

Onderzoek: 300 tot 700 nieuwe antenne-opstelpunten voor 2027

De overheid heeft een onderzoek uitgevoerd en infographic ontwikkeld over de ontwikkeling van het aantal antenne-opstelpunten voor mobiele netwerken in Nederland in de komende tien jaar. Uit het onderzoek blijkt dat de 300 tot 700 nieuwe antenne-opstelpunten in Nederland voor grootschalige uitrol van small cells niet worden verwacht vóór 2027.

Het dataverbruik op mobiele netwerken zal de komende jaren blijven groeien. Om die data te kunnen verwerken, blijven de Nederlandse operators hun netwerken verbeteren. Soms zijn daarvoor extra opstelpunten nodig. Daarnaast worden nieuwe opstelpunten geplaatst ter verbetering van de dekking en bijvoorbeeld in nieuwe wijken. Tot en met 2026 verwacht de overheid tussen de 296 en 726 nieuwe antenne-opstelpunten (+2-6 procent).

Bron: channelconnect.nl

De americanisering van Europese torens

Zowel in de Verenigde Staten als in Europa vindt een snelle convergentie plaats in het formaat dat torens in eigendom hebben. De verandering in eigendom van torens naar onafhankelijke torenbedrijven, van draadloze providers, is in 2021 bijzonder versneld. Dgtl Infra noemt dit fenomeen de Americanisering van Europese Torens.

Verenigde Staten en Europa Towers Market

Over het algemeen hebben de Verenigde Staten 157.000 torens, met een huurverhouding van 2,3x, wat overeenkomt met 360.000 huurders. Terwijl Europa 360k torens heeft, met een huurverhouding van 1,4x, wat neerkomt op 500k huurders. De torenmarkten van de Verenigde Staten en Europa zijn wereldwijd twee van de grootste, alleen achter China, India en Japan, in termen van torentelling.

Het belangrijkste verschil tussen de torenmarkten van de Verenigde Staten en Europa is echter dat in de Verenigde Staten de onafhankelijke torenbedrijven een veel belangrijkere rol vervullen dan in Europa.

In de Verenigde Staten zijn de grootste draadloze providers zoals Verizon, AT&T en T-Mobile van oudsher afhankelijk van het leasen van ruimte, van torens van onafhankelijke torenbedrijven, om hun communicatieapparatuur in te zetten. In het bijzonder omvatten deze onafhankelijke torenbedrijven American Tower, Crown Castle, SBA Communications en Vertical Bridge.

In de Verenigde Staten is 95% van de 157.000 torens van het land eigendom van deze onafhankelijke torenbedrijven. Terwijl in Europa het onafhankelijke torenbezit slechts 20% van de 360.000 torens van het land is geweest. Cellnex Telecom is inderdaad het meest opvallende onafhankelijke torenbedrijf in Europa.

Het afgelopen jaar, en met name in 2021, verandert Europa echter snel in een torenmarkt die meer lijkt op de Verenigde Staten. Veel van de draadloze providers in Europa verkopen hun torenactiva aan onafhankelijke torenbedrijven, zoals Cellnex. Daarnaast brengen draadloze providers hun torenbedrijven in 2021 ook openbaar via initiële openbare aanbiedingen (IPO’s).

Dgtl Infra noemt dit fenomeen de Americanisering van Europese Torens. Hieronder vatten we de draadloze providers en torenbedrijven in zowel de Verenigde Staten als Europa samen. Vervolgens richten we ons op de recente strategische transacties van Europese torenbedrijven.

Verenigde Staten – Draadloze providers

  1. Verizon is de grootste draadloze provider in de Verenigde Staten met 120,9 miljoen abonnees
  2. T-Mobile is met 102,1 miljoen abonnees de op één na grootste draadloze provider in de Verenigde Staten
  3. AT&T is de op twee na grootste draadloze provider in de Verenigde Staten met 95,3 miljoen abonnees
  4. DISH Network is de vierde grootste draadloze provider in de Verenigde Staten met 9,4 miljoen abonnees

Verenigde Staten – Tower Companies

  1. American Tower bezit 40.6k torens in de Verenigde Staten
  2. Crown Castle bezit 40.1k torens in de Verenigde Staten
  3. SBA Communications bezit 16.5k torens in de Verenigde Staten
  4. Vertical Bridge bezit 6.0k torens in de Verenigde Staten, die stijgt tot 20.0k torens, bij het opnemen van de master-leased torens

Europa – Draadloze providers

  1. Deutsche Telekom is de grootste draadloze provider in Duitsland, wat ook de topmarkt van het bedrijf is. Deutsche Telekom is met name ook de controlerende aandeelhouder van de Amerikaanse draadloze provider T-Mobile
  2. Vodafone is actief op markten zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Spanje
  3. Telefónica richt zich op de markten van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, waarin het opereert onder het merk O2. Daarnaast is Telefonica actief op haar thuismarkt Spanje, onder het merk Telefonica en Movistar
  4. Orange is actief op markten als Frankrijk, Spanje en Polen

Europa – Toren Bedrijven

Hieronder bespreken we de americanisering van Europese torens. Dit fenomeen illustreert inderdaad hoeveel van de draadloze providers in Europa hun torenactiva verkopen aan onafhankelijke torenbedrijven of hun torenbedrijven in 2021 openbaar maken via initiële openbare aanbiedingen.

United States and Europe Carriers and Tower Companies

Cellnex Telecom

Cellnex Telecom is eigenaar van 120.000 torensites, pro forma voor al haar overnames en geplande build-to-suit (BTS) programma’s. Er zijn inderdaad een enorm aantal recente updates van Cellnex geweest, waarvan er drie hieronder staan.

Ten eerste kondigde Cellnex in januari 2021 een joint venture-transactie aan met Deutsche Telekom om 3,2k torens in Nederland aan haar portefeuille toe te voegen, tegen een waardering van € 645 miljoen. Naast deze Nederlandse transactie is Deutsche Telekom de grootste draadloze provider in Europa die geen plannen voor het genereren van inkomsten voor zijn torenactiva heeft aangekondigd. Dit is belangrijk omdat Deutsche Telekom 63.000 torenlocaties bezit in onder andere Duitsland, Polen en Oostenrijk. Inderdaad, deze torens zijn zeer gewild.

Ten tweede kondigde Cellnex in februari 2021 een overeenkomst aan met Altice France, een Franse draadloze provider, en KKR, een private equity-onderneming. De overeenkomst bepaalt dat Cellnex hun joint venture, Hivory genaamd , die 10,5k torens in Frankrijk bezit, zal overnemen voor een prijs van € 5,2 miljard.

Tot slot kondigde Cellnex in november 2020 een overeenkomst aan met CK Hutchison, een pan-Europese draadloze provider, om 24,6k-torens in heel Europa te verwerven voor € 10 miljard. Deze transactie omvatte torens in Italië, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken.

Vantage Towers

Vantage Towers is momenteel onderdeel van de Britse draadloze provider Vodafone. Vantage Towers wordt inderdaad de op een na grootste Europese torenexploitant met 82.000 torenlocaties in tien landen in Europa. In het bijzonder zal dit gebeuren zodra het bedrijf zich scheidt van Vodafone, via een eerste openbare aanbieding (IPO) begin 2021.

Over het algemeen is Vantage Towers actief in Duitsland, Italië, Spanje, Griekenland, Tsjechië, Portugal, Roemenië, Hongarije, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Merk op dat de Activiteiten van Vantage Towers in het Verenigd Koninkrijk haar belang van 50% vertegenwoordigen in Cornerstone Telecommunications Infrastructure Limited (CTIL), het grootste torenbedrijf van het Verenigd Koninkrijk.

American Tower

American Tower had tot 2021 slechts een relatief klein portfolio van 5k-torens in Europa. In januari 2021 stemde American Tower er echter mee in om Telxius Towers , van Telefónica, over te nemen in een deal van € 7,7 miljard ($ 9,4 miljard USD). Concreet omvat deze transactie 30,7k torens, waarvan 26k torens in Europa. Telxius Towers brengt op zijn beurt het totale portfolio van American Tower in Europa op 31k torens.

Totem

TOTEM maakt momenteel deel uit van de Franse draadloze provider Orange. In februari 2021 kondigde Orange aan dat het een torenbedrijf met de naam TOTEM creëert, via een bedrijfscarve-out. In het bijzonder zal TOTEM 25,5k-torenlocaties in Frankrijk en Spanje bezitten en exploiteren.

Bron: dgtlinfra.com

The 5G Tower Party Is Just Getting Started

Vodafone and other European mobile operators are selling their cellphone masts. The other side of the trade looks attractive, with demand for fast digital networks stronger than ever.

Reliable 5G signals will require a lot more cell towers. It might be a good time for investors to connect.

One of the ironies of the smartphone revolution has been how little the companies that built the 4G networks underpinning it benefited. While having to invest heavily in stronger signals, mobile operators have struggled to charge customers for downloading more data. Despite a recent bounce, stocks such as Verizon Communications in the U.S. and Vodafone VOD -0.26% in Europe have massively underperformed their host stock markets over five years.

With little prospect that 5G will bring different dynamics, operators in Europe are raising funds by carving out the passive part of their networks—the towers on which gear is hung—for full or partial sales. Vodafone, which in 2014 raised funds for 4G by selling its stake in Verizon, this week expects to complete a minority initial public offering of its Vantage Towers unit at a market value in the region of $15 billion.

Vodafone already shares some towers with other operators, but wants to share more. The cost of providing connections drops if two or more carriers agree to hang gear on the same structure. Co-tenancies will become even more important as the 5G rollout, which is just starting in Europe, gathers pace. The new standard will require heavy investment, including a denser web of transmitters than 4G.

Such deals are a back-door path to industrial consolidation, which allows big cost savings in the mobile industry. While T-Mobile and Sprint were eventually allowed to merge in the U.S. under former President Donald Trump, the front-door route of network mergers remains barred by European regulators for fear that it leads to higher prices. They haven’t raised the same level of objections to tower deals.

Carriers have a strong financial motive to sell. Whereas stock pickers until recent months shunned network operators, they piled into Cellnex, leading to a huge valuation divide. Investors like infrastructure providers’ low-risk revenue profile—contracts with European operators are typically indexed to inflation—as well as the potential gains from tower-sharing. Vodafone’s move to spin off a minority of Vantage is a way to unlock value trapped in its business without giving up strategic control.

AT&T and Verizon long ago started selling towers to specialist real-estate investment trusts such as American Tower and Crown Castle. 5G will bring growth to the U.S. sector too—possibly sooner given the slower pace of investment in Europe—but it has less scope for gains through deals. American Tower wants to join the party in Europe: In January, it agreed to pay $9.4 billion for a tower business controlled by Spanish giant Telefónica.

Stock pickers also might benefit from looking across the Atlantic. European tower stocks have fallen in recent months, providing more reasonable entry points, and the Vantage IPO is pitched lower than some analysts once hoped. Yet the growth prospects remain, with consolidation well under way and digital infrastructure a priority for European governments. Towers are the most direct play on the 5G rollout investors are likely to find.

bron: Wall Street Journal

Corporatie Metropoolregio Amsterdam kiest voor Property-Telecom

Recentelijk heeft een corporatie in de metropoolregio Amsterdam besloten een hernieuwd samenwerkingsverband met Property-Telecom aan te gaan voor de komende 5 jaar. Wij zullen deze opdrachtgever op onze eigen wijze ondersteunen middels het Telecom Site Management en de antenne-portefeuille vakkundig beheren.
Interesse wat wij voor uw organisatie kunnen betekenen? Neem vrijblijvend contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken!

ACM: telecomaanbieders mogen samenwerken voor snelle uitrol mobiele netwerken

Telecomaanbieders mogen onder voorwaarden samenwerken om op efficiënte wijze te investeren in capaciteit, kwaliteit en dekking van de mobiele netwerken. Dat stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een leidraad over delen van mobiele netwerken. Samenwerking tussen telecomaanbieders kan er aan bijdragen dat deze investeringen worden gedaan, met behoud van concurrentie op de markt. De ACM legde de leidraad eerder voor aan partijen uit de telecomsector. Reacties zijn verwerkt in de definitieve versie die nu wordt gepubliceerd.

Goedwerkende mobiele diensten zijn cruciaal voor Nederland. Het mobiele dataverbruik stijgt al jaren en is in 2020 meer dan vertienvoudigd vergeleken met vijf jaar geleden. Deze groei zet de komende jaren door. De ACM vindt het van belang dat telecomaanbieders snel investeren in het vergroten van de capaciteit, kwaliteit en dekking van de mobiele netwerken. Hoogwaardige netwerken zijn essentieel om nieuwe en betere mobiele diensten te bieden aan mensen en bedrijven. Concurrentie tussen de aanbieders van die diensten stimuleert innovatie.

Antennelocaties verwerven

Het wordt voor telecomaanbieders steeds moeilijker om antennelocaties te vinden. Dat komt door de noodzakelijke groei van het aantal mobiele antennes en de afnemende beschikbaarheid van locaties. Dan kan het helpen als aanbieders hierbij kunnen samenwerken. De ACM verwacht dat binnen kaders van de leidraad de concurrentie tussen aanbieders van mobiele diensten niet in gevaar komt wanneer zij gezamenlijk optrekken bij het vinden van antennelocaties. Doordat aanbieders geheel zelfstandig hun diensten aanbieden en hun eigen uitrolstrategie, spectrum en netwerk gebruiken, onderscheiden zij zich nog steeds voldoende van elkaar.

Huur en verhuur van spectrum

In de nieuwe Telecommunicatiewet wordt de mogelijkheid gecreëerd om spectrum (frequenties voor mobiel dataverkeer) te huren en te verhuren. Verhuur van frequenties aan bijvoorbeeld een aanbieder van lokale bedrijfsnetwerken kan zorgen voor nieuwe diensten en extra concurrentie. Sinds de frequentieveiling van medio 2020 wordt een bovengrens van 40% gehanteerd voor de maximale hoeveelheid frequenties die één aanbieder kan gebruiken. De ACM is van oordeel dat deze bovengrens er in het algemeen voor zorgt dat de concurrentie niet in gevaar komt.

Nationale roaming op 2G- of 3G-netwerken

In de komende jaren gaan de Nederlandse telecomaanbieders hun 2G- of 3G-netwerken uitzetten. Dit kan gevolgen hebben voor zogenaamde machine-to-machine diensten (M2M-diensten) die afhankelijk zijn van deze netwerken, zoals slimme energiemeters of automatische noodoproepsystemen in auto’s. In 2020 waren er ruim 7,5 miljoen aangesloten M2M-apparaten. Als een aanbieder die een 2G- of 3G-netwerk uitschakelt via roaming gebruik kan maken van het 2G of 3G netwerk van een andere aanbieder, komt er meer tijd om de apparaten om te zetten naar 4G of 5G. De ACM staat dan ook in het algemeen positief tegenover dit soort roamingafspraken, mits de mededingingsregels hierbij in acht worden genomen.

Bron: acm

Rijk, VNG en mobiele operators vernieuwen antenneconvenant

De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe antenneconvenant

Het doel van de afspraken tussen de Rijksoverheid, de Vereniging voor Nederlandse gemeenten (VNG) en de mobiele operators in het antenneconvenant 2021-2025 is onveranderd: een zorgvuldige plaatsing van vergunningsvrije antennes voor mobiele communicatie in Nederland.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het vorige convenant zijn:

  • Toevoeging van artikel 8: Draadloze toegangspunten met een klein bereik – small cells.
  • Toevoeging van een uitgebreide toelichting op artikel 5: Instemmingsrecht.

Het nieuwe antenneconvenant is op 25 januari 2021 met de kamerbrief Nieuw antenneconvenant aangeboden aan de Tweede Kamer.

Bron: antennebureau

Meer dan helft Nederlandse zendmasten ondersteunt nu 5G

Meer dan de helft van de zendmasten in Nederland had eind vorig jaar 5G. Dat aantal is sinds de zomer van vorig jaar met 10 procentpunt gestegen. Naast 4G is 2G nog altijd de dominante techniek op Nederlandse mobiele netwerken.

Het aantal zendmasten met 5G was in december 8105, terwijl er in Nederland in totaal 15.747 zendmasten te vinden zijn, zegt het antennebureau. Die overheidsinstantie publiceert elke maand een overzicht van zendmasten in Nederland. In totaal zat 5G op 39,6 procent van de masten in juli vorig jaar en in december was dat gestegen naar 51,5 procent.

In de tussentijd blijft 4G de dominante techniek; 96 procent van de zendmasten heeft 4G aan boord. Ook 2G is er nog veel: rond 93 procent, al neemt het percentage heel langzaam af. Het percentage 3G-masten is ongeveer gelijk gebleven: rond 63 procent.

Er zijn nog 265 masten met alleen 3G en 190 met alleen 2G, maar die aantallen nemen af. Vrijwel alle masten ondersteunen meerdere netwerktechnieken tegelijk. De combinatie van 2G, 3G, 4G en 5G komt nu het vaakst voor, maar veel masten hebben ook een combinatie van 2G, 4G en 5G of 3G, 4G en 5G. Er zijn maar vier masten in Nederland met alleen 5G aan boord.

bron: tweakers

Europa begint met voorbereidingen 6G-technologie

Het Finse Nokia wordt de projectleider van Hexa-X, het nieuw onderzoeksinitiatief van de Europese Commissie dat de fundamenten moet leggen voor de volgende generatie draadloze netwerken.

Met Hexa-X wil Europa werk maken van het ontwikkelen van de fundamentele technologieën die de basis van 6G gaan vormen. Er zal ook onderzoek volgen naar 6G-gebruikscases en -scenario’s en naar het definiëren van een nieuwe architectuur die alle aspecten van 6G zal integreren.

Hexa-X moet belangrijke industriële spelers uit Europa samenbrengen om het voortouw te nemen in 6G. Er zijn netwerkleveranciers bij betrokken, maar ook communicatiedienstverleners, technologieproviders en Europese onderzoeksinstituten. De Europese Commissie financiert Hexa-X in het kader van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020.

Nokia Bell Labs heeft samen met het Hexa-X-consortium zes onderzoeksuitdagingen op poten gezet. Het gaat over het efficiënter en beter inzetten van ai en machine learning, het verbinden van afgelegen plaatsen op de wereld en het aanbieden van extreem hoge snelheden met onmerkbare latency. Dat alles moet dan gebeuren op een veel energie-efficiëntere manier dan vandaag.

‘Hoewel er nog steeds veel innovatie is in 5G met de introductie van nieuwe standaarden, onderzoeken we 6G al in ons onderzoekslaboratorium’, zegt Peter Vetter, hoofd onderzoek bij Nokia Bell Labs. ‘In het 6G-tijdperk zullen we toepassingen zien die niet alleen mensen met machines verbinden, maar ook mensen met de digitale wereld. Zo’n beveiligde en private verbinding is in te zetten voor preventieve gezondheidszorg. Of zelfs om een netwerk te creëren dat quasi-intuïtief onze bedoelingen begrijpt. Zo moeten onze interacties met de fysieke wereld effectiever worden en kunnen we beter anticiperen op onze behoeften, waardoor onze productiviteit verbetert.’

Bron: computable